achtergrondartikel
Meer dan slecht slapen: de vicieuze cirkel van chronische slapeloosheid
26 - 05 - 2025
Emma Gerrits

Een slechte nacht lijkt misschien weinig kwaad te kunnen, maar voor mensen met chronische slapeloosheid kan een slechte nacht lijden tot een uitputtende vicieuze cirkel. chronische slapeloosheid is dan ook veel complexer dan een paar keer niet goed slapen, en vormt een groot probleem voor een op de tien nederlanders.

Man ligt wakker. Foto: cottonbro studio (LegalSimplicity)

Het is inmiddels al drie uur wanneer Pim, die alleen bij de voornaam genoemd wil worden, voor de zoveelste keer op de klok kijkt. Tijdens een slechte nacht, die hij inmiddels vaker heeft dan goede nachten, slaapt hij ongeveer drie uur. Het begon allemaal met een incident op werk een half jaar geleden. Daarna kon hij een periode van drie opeenvolgende nachten ineens niet meer slapen.

”Mijn hoofd stond wel uit, maar mijn lichaam wilde maar niet in slaap vallen”, legt Pim uit. Met slaappillen van de dokter werd deze acute aanval van slapeloosheid gelukkig opgelost, maar de slaapproblemen zijn gebleven. “Nadenken is moeilijk, en ik raak sneller geïrriteerd, vooral complexe dingen kosten me meer tijd.” Hij heeft intussen al veel geprobeerd, en kan ’10 tips voor betere slaap’ woord voor woord mee zeggen, maar niks helpt. 

Chronische slapeloosheid

Pim is niet de enige die ‘s nachts vaak wakker ligt. Universitair docent Jeroen Benjamins, werkzaam bij de universiteit van Utrecht, heeft verschillende onderzoeken gedaan naar slaapproblemen. ”Zeker een op de tien Nederlanders lijdt aan chronische slapeloosheid”, aldus Benjamins.

Bij chronische slapeloosheid is er sprake van moeite met in slaap komen of door slapen, minstens drie nachten per week, voor een periode van langer dan drie maanden. Daarnaast leiden deze slaapproblemen tot beperkingen in het sociale leven of werk, zoals moeite hebben met complexe ideeën. 

Hyperarousal

Naast chronische slapeloosheid zijn er nog andere slaapstoornissen, zoals slaapapneu of ‘restless leg’ syndroom. Bij deze slaapstoornissen, die ook wel slaapziektes worden genoemd, is er een duidelijk en vaak fysiek probleem aan te wijzen wat de slapeloosheid veroorzaakt. Bij mensen die lijden aan chronische slapeloosheid is dit niet het geval en is er dus iets anders aan de hand. 

Er zijn verschillende theorieën over wat precies de oorzaak is van slapeloosheid, maar ze kennen voornamelijk een overeenkomst. Slapeloosheid wordt veroorzaakt door een bepaalde vorm van hyper alertheid, ook wel hyperarousal. Hyperarousal is een staat waarbij er sprake is van een verhoogde cognitieve, emotionele, fysieke en corticale opwinding. Je denkt, voelt en ervaart in een staat van hyperarousal dus meer dan de bedoeling is.

Negatieve ideeën

Hyperarousal is in zichzelf niet erg. Iedereen heeft er weleens last van, wanneer je bijvoorbeeld een belangrijke presentatie moet geven, of tijdens een moeilijk gesprek. Maar bij mensen met chronische slapeloosheid is deze hyperarousal intenser, komt vaker op en ebt deze niet weg op momenten dat dat wel zou moeten, in het bijzonder, ‘s nachts. 

Door deze hyperarousal krijg je vaak last van negatieve ideeën rond slaap. Zo ben je bang om niet in slaap te kunnen vallen, of dat je de volgende nacht niet kunt functioneren door het slaaptekort. Linda Bronts is als slaaptherapeut werkzaam bij het St. Antonius Ziekenhuis. Patiënten komen pas bij haar terecht wanneer andere eventuele slaapziektes zoals slaapapneu of narcolepsie uitgesloten worden. Zij ziet dat mensen vaak echt angstig worden als het gaat om slaap. “De een durft niet naar bed te gaan. De ander is bang om overdag niet te kunnen functioneren, weer een ander is bang dat hij zijn of haar partner wakker houdt, dus zo ontwikkelt iedereen zijn eigen angsten.” Dit wordt in de literatuur omtrent slapeloosheid ook wel primair arousal genoemd. 

“De een durft niet naar bed te gaan. De ander is bang om overdag niet te kunnen functioneren.” – Linda Bronts

Omdat mensen die zich in een staat van hyperarousal bevinden zo alert zijn, worden deze negatieve gedachtes sneller opgemerkt. Je gaat hierdoor nadenken over de gedachten zelf. Zo denk je bijvoorbeeld dat, zolang de negatieve gedachtes er zijn, je niet in slaap zal kunnen vallen. Dit wordt ook wel secundair arousel genoemd. Je probeert jezelf dan bijvoorbeeld af te leiden, of je gedachten te onderdrukken. Wanneer dit dan niet lukt, levert dit extra stress op. 

Daarbovenop zorgt hyperarousal ervoor dat je extra gaat letten op eventuele seintjes die aangeven dat je in slaap aan het vallen bent. Wanneer je merkt dat je begint weg te drijven, wordt dit opgemerkt waardoor je opnieuw wakker schrikt. 

Beetje opgehitst

In 2019 deed Benjamins onderzoek naar dit fenomeen. In het onderzoek werden de onderzoekssubjecten geconfronteerd met een slecht gezongen karaoke opname, waarna ze moesten rapporteren hoeveel schaamte ze ervaarde bij het horen hiervan. Na een nacht slaap bleek dat  ‘normale slapers’ minder schaamte ervaart bij het opnieuw horen van de opnamen. Mensen die lijden aan chronische slapeloosheid ervaren juist het tegenovergestelde effect, waardoor de negatieve emotie juist wordt vergroot.

Dit laat zien dat verstoorde slaap, zoals bij chronische slapeloosheid, zorgt voor een verstoorde emotieregulatie. “Mensen die lijden aan slapeloosheid, zijn dus minder goed in staat het scherpe randje van een negatieve emotie af te halen, waardoor ze langer in deze emotie blijven hangen”, zegt Benjamins. Dit versterkt het effect van hyperarousal, en dus ook de vicieuze cirkel waar je in terechtkomt. ”Je bent dus eigenlijk een beetje opgehitst door die negatieve emotie. Je raakt van slag, en dat blijf je dan ook.”

”Je bent dus eigenlijk een beetje opgehitst door die negatieve emotie. Je raakt van slag, en dat blijf je dan ook.” – Jeroen Benjamins

Hyperarousal zorgt er dus voor dat je in een vicieuze cirkel terechtkomt, waarbij de angst om het niet slapen leidt tot extra stress, waardoor slapen nog moeilijker wordt. Deze vicieuze cirkel wordt alleen maar verergerd doordat mensen die lijden aan chronische slapeloosheid, minder goed kunnen omgaan met negatieve emoties.

Bronts legt uit dat Cognitieve gedragstherapie de meest gebruikte behandelmethode voor chronische slapeloosheid is. Dit is een methode waarbij mensen beter leren omgaan met negatieve gedachtes en gevoelens. Het kan ook helpen om mensen meer informatie te geven over wat slaap eigenlijk is. “Er heerst tegenwoordig een angstcultuur om slecht slapen, terwijl veel mensen eigenlijk niet eens weten wat goed slapen is”, zegt Bronts.

“Er heerst tegenwoordig een angstcultuur om slecht slapen, terwijl veel mensen eigenlijk niet eens weten wat goed slapen is” – Linda Bronts

Slapeloosheid types

Deze methoden werken helaas niet voor iedereen. Ongeveer 40 procent van de slapelozen komt nooit meer helemaal van hun klachten af. Dit ligt volgens Benjamins vooral aan het feit dat chronische slapeloosheid wordt gezien als één stoornis, terwijl het eigenlijk meerdere subtypes bevat. “Veel mensen hebben last van slapeloosheid, en de vraag is of die slapeloosheid ook bij iedereen op dezelfde manier tot stand komt“, zegt Benjamins. Onderzoek naar chronische slapeloosheid wordt vaak gedaan op groepen waar deze subtypes door elkaar heen zitten. Wanneer het onderzoek dan herhaald wordt op een andere groep, waar de verhouding tussen de subtypes anders is, zal het resultaat dus ook anders zijn. 

Momenteel is het Nederlands Slaap Register verder bezig met het identificeren en onderzoeken van deze subtypes. In plaats van te kijken naar de soort klachten die iemand met chronische slapeloosheid  ervaart, wordt er nu gekeken naar andere persoonlijke kenmerken die iets zeggen over de structuur van het brein. Op basis hiervan kunnen dan behandelmethoden worden ontwikkeld die beter aansluiten bij een specifieke soort slapeloosheid. 

Voor mensen zoals Pim biedt dit uitzicht op een beter aansluitende behandeling. Tot die tijd zijn chronisch slechte slapers overgeleverd aan de bestaande behandelmethoden. Meer kennis over slaap, en het om leren gaan met negatieve gedachten omtrent slaap kan al meer rust bieden, en in veel gevallen ook leiden tot herstel. Ook Pim ziet de toekomst niet al te somber in. ”Ik val in ieder geval weer elke nacht in slaap. Ik denk dat ik er uiteindelijk wel overheen kan groeien.”

26 - 05 - 2025 |
Emma Gerrits