Bomen spelen een cruciale rol in het opnemen van CO₂, een van de belangrijkste broeikasgassen. Door meer CO₂ in de lucht groeien bomen zelfs beter en nemen ze meer koolstof op, blijkt uit recent Nederlands onderzoek. Maar hoe significant is deze bijdrage in een wereld met toenemende ontbossing en klimaatverandering?
Sophie Zwartsenberg, onderzoeker aan Wageningen University & Research, bestudeert hoe tropische bomen reageren op verhoogde CO₂-concentraties. Haar onderzoek richt zich op groeisnelheid, houtsamenstelling en fotosynthese-efficiëntie. Ze gebruikt onder meer boomringen en isotopenanalyse om vast te stellen hoe bomen in het verleden groeiden onder verschillende CO₂-niveaus. “Door te kijken naar subtiele chemische veranderingen in houtvezels kunnen we zien hoe fotosynthese en koolstofopslag door de jaren heen zijn veranderd,” legt Zwartsenberg uit.
Haar studie toont aan dat bepaalde tropische boomsoorten, zoals Toona ciliata, nu wel 30% efficiënter zijn in het vastleggen van koolstof dan een eeuw geleden. Dit betekent dat een groot volwassen exemplaar jaarlijks duizenden kilo’s CO₂ kan opnemen. “De voordelen zijn enorm, maar niet onbeperkt,” waarschuwt ze. Het proces wordt beperkt door factoren zoals waterbeschikbaarheid en bodemkwaliteit.
Peter Siegmund, senior wetenschapper en klimaatexpert bij het KNMI, is gespecialiseerd in de interactie tussen klimaatverandering en natuurlijke systemen. Hij bevestigt het belang van bomen in het tegengaan van klimaatverandering. “De biosfeer absorbeert ongeveer 25% van de jaarlijkse menselijke CO₂-uitstoot,” zegt hij. Dat komt neer op ongeveer 10 miljard ton per jaar. Ter vergelijking: een volwassen populier langs de snelweg neemt jaarlijks 22 kilo CO₂ op, genoeg om de uitstoot van een enkele autorit van Amsterdam naar Parijs te compenseren. Een hectare Nederlands bos kan jaarlijks 10 tot 15 ton CO₂ opnemen, wat gelijkstaat aan de jaarlijkse uitstoot van twee gemiddelde huishoudens.
De biosfeer absorbeert dus ongeveer 25% van de jaarlijkse menselijke CO₂-uitstoot, en een vergelijkbaar percentage wordt opgenomen door de oceanen. Deze opname door oceanen speelt een belangrijke rol, maar leidt ook tot verzuring, wat schadelijke effecten heeft op mariene ecosystemen. Toch blijft 50% van de uitstoot in de atmosfeer hangen, waar het bijdraagt aan de opwarming van de aarde. “Dit maakt duidelijk waarom het behoud van bossen en biodiversiteit cruciaal is,” merkt de klimaatexpert op.
Hoewel bomen een krachtig middel zijn tegen klimaatverandering, kent hun capaciteit grenzen. Bomen hebben niet alleen CO₂ nodig om te groeien, maar ook voldoende water, nutriënten en stabiele temperaturen. Een langdurige droogte kan de fotosynthese-efficiëntie drastisch verlagen. Ook hittegolven kunnen schade toebrengen aan enzymen die cruciaal zijn voor fotosynthese. Op een gegeven moment kunnen bossen zelfs meer CO₂ gaan uitstoten dan ze opnemen, bijvoorbeeld door bosbranden of afstervende vegetatie.
Ontbossing is een ander groot probleem. Jaarlijks verdwijnt bijvoorbeeld in Brazilië meer dan 1 miljoen hectare regenwoud, een gebied zo groot als Cyprus. Dit betekent niet alleen verlies van CO₂-opslag, maar ook het vrijkomen van opgeslagen koolstof. Tropische bossen zijn extra kwetsbaar, waarschuwt Siegmund: “Als het Amazonegebied het tipping point bereikt en verandert in savanne, verliest de wereld een van haar grootste natuurlijke koolstofbuffers.”
Initiatieven zoals het ‘Trillion Trees Initiative’ bieden hoop. Dit project streeft ernaar wereldwijd een biljoen bomen te planten en te beschermen. Landen zoals Ethiopië en India boeken al successen met grootschalige aanplantingen, terwijl Nederland experimenteert met zogenoemde ‘klimaatbossen’. Dit zijn speciaal ontworpen bossen met snelgroeiende soorten, zoals wilgen en populieren, die een maximale opnamecapaciteit hebben. Deze bossen worden actief beheerd door snoeien en herbebossing om de groei te optimaliseren.
Burgerinitiatieven spelen ook een belangrijke rol. In Costa Rica werken lokale gemeenschappen samen met ecologen om ontboste gebieden opnieuw te bebossen. Deze aanpak versterkt niet alleen de biodiversiteit, maar verbetert ook het lokale klimaat en de waterhuishouding.
Uit onderzoek blijkt dat biodiversiteit een belangrijke rol speelt in het vermogen van bossen om CO₂ vast te leggen. Monoculturen, zoals eucalyptusbomen, groeien snel, maar zijn kwetsbaar voor ziektes en klimaatstress. Biodiverse bossen, met een mix van snel- en langzaamgroeiende soorten, bieden daarentegen een stabielere opslagcapaciteit. Bovendien vergroten ze de veerkracht tegen stormen, droogte en plagen.
In Nederland wordt geëxperimenteerd met gemengde aanplantingen in bossen, waarin bijvoorbeeld eiken, beuken en lariksen worden gecombineerd. Deze aanpak draagt niet alleen bij aan het vastleggen van CO₂, maar levert ook recreatiegebieden en gezonde ecosystemen op.
Bomen alleen kunnen de klimaatcrisis niet oplossen, maar ze vormen wel een cruciaal onderdeel van de oplossing. De inzichten van onderzoekers zoals Zwartsenberg en Siegmund benadrukken dat behoud en herstel van bossen hoog op de agenda moeten staan. Tegelijkertijd is het verminderen van CO₂-uitstoot door menselijke activiteiten essentieel.
“De natuur biedt ons een kans,” zegt Siegmund. “Maar het is aan ons om die kans te grijpen.” Dit betekent investeren in onderzoek, beleid en internationale samenwerking. Van klimaatbossen in Nederland tot herbebossingsprojecten in de tropen, elke stap telt in de strijd tegen klimaatverandering.