interview
Jason Smit ontwikkelt duurzame rietjes in een tropisch zwemparadijs
27 - 05 - 2025
Dijn Hoogerwerf
Student Journalistiek en Nieuwe Media

Onderzoek doen aan een universiteit en onderzoek doen voor het bedrijfsleven zijn een heel andere takken van sport. Ook industrieel ontwerper Jason Smit heeft dat moeten ondervinden in zijn zoektocht naar wereld zonder wegwerpplastic. Hij doet onderzoek naar bacteriën die plasticvervangers kunnen maken, met als belangrijke grondstof: gefermenteerde thee, ofwel kombucha .

In de Oude Tropicana hal in het centrum van Rotterdam is sinds vorig jaar een laboratorium gevestigd dat bemand wordt door een vooruitstrevende onderzoeker. Dit oude tropisch zwembad is nu Blue City, een plek waar beginnende ondernemers duurzame bedrijven mogen starten van de Gemeente Rotterdam.

Afgelopen jaren heeft Smit onderzoek gedaan naar allerlei vormen van duurzame innovatie met een biologische kant. Van daken van kantoorgebouwen gemaakt van organisch materiaal, tot lichtgevende bacteriën, is zijn oog nu gevallen op bio-plastic. “In werkelijkheid doe ik onderzoek naar bacteriën die cellulose maken, als dat opdroogt wordt het hard, en dan lijkt het net plastic. De truc is om dat dan in de gewenste vorm te krijgen.”, vertelt Smit.

Jason Smit. Foto: Plastilose

Op papier is hij industrieel ontwerper, een vakgebied dat wel eens vergeleken wordt met knutselen voor wetenschappers. “Het knutsel deel klopt helemaal”, grinnikt Smit. “Het verschil zit hem in de methodiek, er zijn natuurlijk wetenschappelijke methoden die een goed resultaat geven.” Die methoden zijn dan ook de basis van het onderzoek dat hij doet, al komt daar ook een flinke dosis creativiteit bij kijken. “Je bent met nieuwe materie bezig, dus dan is soms een beetje aanklooien onvermijdelijk. De pogingen die ik doe zijn wel met een wetenschappelijke basis.”

Grote verandering

Dit nieuwe materiaal kan goed gebruikt worden om wegwerpplastics uit de markt te halen. Smit richtte daarom het bedrijf Plastilose op wat de ontwikkeling van bacteriële cellulose op grote schaal moet gaan produceren, in allerlei verschillende vormen. Dat onderzoek gaat er anders aan toe dan op de TU Delft, waar hij eerst actief was.

“Bij de TU liep ik heel erg tegen de regeltjes van de bureaucratie aan, onderzoeksvoorstellen met begeleiders bespreken, aanvragen doen in het lab om met materialen te werken, daar gaat natuurlijk allemaal tijd overheen.” Dat is niet het enige knelpunt waar Smit last van had. “Bij de TU moest ik soms twee weken wachten op een voedingsbodem die ik nu zelf maak in minder tijd.”

Ook de schaal waarin Smit werkt is nu heel anders. “De opschaling is een technische uitdaging. Ik ben begonnen met een erlenmeyer, nu werk ik aan een veel groter volume.” Dat zijn grote getallen, zo groot dat Smit niet precies durft te zeggen hoeveel. “Het idee is dat we 1 miljoen rietjes per dag kunnen maken, aan die hoeveelheid moet je ongeveer denken.” Hoe groter het kweekvat des te groter de kans is dat er andere culturen in het reageervat terecht komen, maar ook daar is een oplossing voor. “Ik wil je die graag vertellen, maar dat heb ik liever niet gepubliceerd, dat is namelijk splinternieuwe technologie, die nog geheim moet blijven.”

Markplaatsbacterie

Het is niet alleen maar massaproductie in het hoofd van Smit, hij blijft ook naar de lokale en duurzame kant van zijn onderzoek kijken. “De bacteriekolonie die we nu gebruiken heb ik bijvoorbeeld gekocht bij een kombucha vrouwtje op marktplaats.” Er zijn ook mogelijkheden om het systeem helemaal circulair te maken verteld hij. “De voeding voor de bacteriën kunnen we bijvoorbeeld weer hergebruiken of verkopen als kombucha”, grapt hij. Er wordt dus niks weggegooid.

Kortom, de wereld van de wetenschap heeft verschillende gezichten. Smit balanceert nog een beetje tussen de academische kant en het bedrijfsleven. “Als Plastilose op zijn eigen benen kan staan, wil ik best terug naar de academische wereld. Microbiologie fascineert me enorm, eigenlijk wil ik mijn leven lang blijven leren en knutselen.”

27 - 05 - 2025 |
Dijn Hoogerwerf
Student Journalistiek en Nieuwe Media