Op de derde maandag van januari zouden we ons massaal somber voelen. Dat is het idee achter Blue Monday. Maar klopt dit wel, of verwachten we dat maar? Fabian Wolters, onderzoeker gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden, legt uit waarom Blue Monday misschien meer zegt over onszelf dan over de dag.
“Hoe je je fysiek voelt wordt voor een groot gedeelte bepaald door je gedachten en verwachtingen,” legt Fabian Wolters uit. “Denk aan het placebo-effect: als je gelooft dat een medicijn werkt, dan voel je je vaak ook beter. Of als een dokter heel positief is, dan werkt de behandeling ook beter. Maar als je verwacht dat je een slechte dag gaat hebben, dan sturen je gedachten en emoties je zo waardoor je dat voor jezelf gaat bevestigen.”
Dat geldt volgens hem ook voor Blue Monday. “Ik kan me goed voorstellen dat mensen op Blue Monday ook sneller gaan letten op negatieve dingen. Of wanneer ze zich een beetje slecht voelen, ze gelijk denken: “Zie je wel, het komt door Blue Monday,” terwijl het net zo goed ergens anders door kan komen.”
Fabian Wolters behaalde zijn bachelor in psychologie en zijn master in cognitieve psychologie gehaald aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Sinds 2017 werkt hij als promovendus aan de afdeling gezondheidspsychologie aan de Universiteit Leiden. Hij doet onderzoek naar placebo-effecten, de effecten van verwachtingen op fysieke gezondheid en de ervaring van lichamelijke klachten. Wolters doet vooral fundamenteel onderzoek, met bijzondere focus op vermoeidheid.
Toch denkt Wolters dat er een kern van waarheid zit in het Blue-Monday-verhaal; weinig daglicht lijkt wel echt invloed op onze stemming te hebben. “Je biologische klok wordt voor een groot gedeelte ingesteld door de hoeveelheid licht die je krijgt. Als er midden in de nacht licht op je wordt geschenen, dan slaap je ook onrustiger.”
Wolters benadrukt dat er veel factoren zijn die bepalen hoe je je voelt, maar weinig daglicht lijkt voor bijna iedereen een negatieve invloed te hebben. Daarom denkt hij dat het geen toeval is dat Blue Monday valt in een periode waarin de dagen nog kort zijn. “Ook al heeft Blue Monday een commerciële oorsprong, ik denk dat in dit specifieke geval dat niet hoeft uit te sluiten dat er ook echt iets aan de hand is. Alleen is de invloed wat kleiner dan wat bedrijven laten merken. Je zou kunnen zeggen dat de datum is gekomen omdat er in deze tijd ook echt iets speelt.”
“Ik kan me goed voorstellen dat mensen op Blue Monday sneller letten op negatieve dingen.”
Wolters maakt een belangrijk onderscheid tussen gemiddelden op populatieniveau en het individu. Gemiddeld genomen kunnen mensen in de winter wat somberder zijn, bijvoorbeeld door minder daglicht. Maar dat betekent niet dat iedereen zich per se slecht moet voelen op Blue Monday. “De beste dag voor de ene persoon is weer een slechte dag voor een ander. Gemiddeld genomen, brengt weinig daglicht vast de stemming naar beneden van de populatie. Is dat iets waardoor je moet lijden als persoon? Dat kan en dat snap ik. Maar als je je goed voelt, dan zou ik me daar geen zorgen over maken.”
Wolters denkt dat het kan helpen om je bewust te zijn van je eigen verwachtingen rondom Blue Monday. “Als mensen begrijpen welke rol hun verwachtingen spelen, dan kunnen ze daar zelf beter mee omgaan en wordt die invloed kleiner. Dit geeft ook een gevoel van controle omdat ze weten dat ze hun stemming voor een gedeelte zelf veroorzaken. Dat geeft dat mensen de kracht om zelf te bepalen hoeveel ze met die verwachtingen meegaan.”