Tegenwoordig identificeert niet iedereen zich meer aan de hand van het hokje ‘man’ of ‘vrouw’. Deze maatschappelijke ontwikkeling vraagt dan ook om talige innovaties. Maar kun je de taal zomaar aanpassen? “Eigenlijk denk ik dat de Nederlandse taal best wel klaar is voor deze taalverandering,” aldus dr. Hielke Vriesendorp, sociolinguïst.
In 2016 organiseerde het Transgender Netwerk Nederland verkiezingen om het ideale Nederlandse non-binaire voornaamwoord te vinden. Genderneutrale voornaamwoorden ‘die/diens’ en ‘hen/hun’ kwamen als winnaars uit de bus. Hoewel het Nederlands zich dus al enkele jaren inzet voor nieuwe inclusieve voornaamwoorden, zijn we geen voorlopers op het gebied. In het Engels wordt er al langere tijd verwezen naar non-binaire individuen met de “enkelvoudige ‘they’”. Even een voorbeeld:
They are a singer.
Vertaling: Hen is een zanger.
Doordat Nederland achterliep op het gebied van genderinclusieve taalontwikkeling ontstond er frictie. Dat zagen we toen er werd verwezen naar internationale beroemdheden, die wel al gebruik maakten van deze Engelse genderneutrale verwijsstrategieën. Toen in 2020 een albumrecensie over het non-binaire popidool Sam Smith opdook in de Volkskrant met de mannelijke voornaamwoorden hij/hem, ontstond er veel ophef. Niet verwijzen naar een persoon met de juiste voornaamwoorden wordt ook wel ‘misgendering’ genoemd. In dit geval misgenderde de Volkskrant dus Smith. Het lijkt erop dat dit helemaal niet met opzet gebeurde. De Volkskrant had simpelweg nog geen talige afspraken gemaakt over genderneutrale schrijfwijzes.
Misgendering
Na een aantal jaar lijkt het nog niet helemaal soepel te lopen met de nieuwe taal en schrijfwijzes. Student Robin (26) identificeert zich als non-binair, maar wordt ook nog regelmatig gemisgenderd. Volgens hen kan dat natuurlijk altijd per ongeluk gebeuren, maar toch geeft Robin de voorkeur aan de nieuwe genderneutrale voornaamwoorden. “Ik voel me simpelweg meer gehoord en begrepen wanneer mensen op deze manier over mij spreken.”
Dit zou een voorbeeld kunnen zijn van hoe je naar Robin kunt verwijzen:
Waar is Robin?
Die is even met de hond wandelen.
of: Hen is even met de hond wandelen
En wanneer het gaat over bezit, kan je de voornaamwoorden op deze manier gebruiken:
Wat voor huis heeft Robin?
Diens huis is erg groot.
of: Hun huis is erg groot.
Voor Robins bekenden blijft de nieuwe manier van verwijzen af en toe lastig. “Het is ook moeilijk, omdat er twee dingen zijn veranderd: zowel mijn identiteit als de manier hoe je over mij praat.”
Taal beweegt
Het is duidelijk dat er behoefte is aan genderneutrale taal. Maar hoe ontstaat nieuwe taal? “Voor een taalverandering is het van belang dat een grote groep mensen het gaat gebruiken en dat vervolgens opgenomen wordt in woordenboeken en andere taaladviezen,” aldus Hanne Verhaegen, PhD-kandidaat aan de Universiteit Gent. Verhaegen (zij/haar) promoveert op deze genderneutrale taalontwikkelingen en heeft meegewerkt aan de eerste publicatie over leesbaarheid en waardering van non-binaire voornaamwoorden in het Nederlands. “In dat opzicht gaan we wel al in de richting van een geslaagde taalverandering. Zo heeft de Van Dale genderneutraal ‘die’ en ‘hen’ opgenomen in het woordenboek en geeft de Taalunie advies over hoe te communiceren met de voornaamwoorden.”
Verhaegen onderzocht in samenwerking met drie andere onderzoekers de impact van Nederlandse non-binaire voornaamwoorden op leesbaarheid en mate van ervaren ongemakkelijkheid. Het team van onderzoekers legde de participanten (enkel Vlamingen) een krantenartikel voor over een fictieve, non-binaire auteur die een boekenprijs zou hebben gewonnen. De artikelen met verschillende genderneutrale verwijsstrategieën werden willekeurig over de deelnemers verdeeld. En wat bleek? Non-binaire voornaamwoorden leveren zo goed als geen problemen op voor de leesbaarheid van het artikel. Alleen ‘hen’ in onderwerpspositie werd iets minder gewaardeerd en wat ongemakkelijker gevonden dan ‘die’ in de onderwerpspositie. ‘Die’ als nieuw voornaamwoord gaat een rooskleurige toekomst tegemoet volgens de onderzoekers. “Onze resultaten wijzen erop dat ‘die’ het meeste potentieel vertoont om als genderneutrale voornaamwoord geaccepteerd te worden,” aldus Hanne Verhaegen.
Waarom die?
Dr. Hielke Vriesendorp is sociolinguïst en docent Engelse taalkunde aan de Universiteit Utrecht. De wetenschapper (hij/hem/die/diens) doet onderzoek naar hoe queersprekers zichzelf uitdrukken in taal. Vriesendorp vindt het niet gek dat ‘die’ als grote kanshebber uit het onderzoek van Verhaegen en collega’s naar voren is gekomen. “‘Die’ wordt doorgaans al veel gebruikt in gewone spreektaal, maar nu dus ook in een andere (non-binaire) context.”
Kijk maar naar dit voorbeeld:
Waar is Sarah?
Die is even boven aan het werk.
Of:
Waar is Paul?
Die is even naar de wc.
Het gebruik van ‘die’ staat dus eigenlijk al los van genderidentiteit. Kortom: een redelijk makkelijke aanpassing.
Vriesendorps onderzoek borduurt voort op het onderzoek van Verhaegen. Waar Verhaegen de leesbaarheid en waardering toetst, kijkt Vriesendorp naar hoe mensen genderneutrale voornaamwoorden daadwerkelijk gebruiken in gesprekken of teksten. Dit heeft hij gedaan door de deelnemers van zijn onderzoek een soort invulverhaaltjes voor te leggen, waar ze zelf moeten bedenken welke genderneutrale voornaamwoorden ze invullen. Het overgrote deel van de resultaten bestond uit voornaamwoorden die al bekend zijn in de Nederlandse taal. Er werd namelijk het meest gekozen voor ‘die’ en ‘hen’.
Opmerkelijk is dat niet voor een eenduidig systeem wordt gekozen als ‘die/diens’ of ‘hen/hun’. Vriesendorp: “Het blijkt dus dat eigenlijk heel veel mensen het gemixt door elkaar heen gebruiken. En dat is zeker afhankelijk van de grammaticale positie waarin het woord terechtkomt.” Eerder zagen we dat ‘die’ de voorkeur heeft in onderwerpspositie. Zo heeft bijvoorbeeld ineens “hen” de voorkeur wanneer we het gebruiken als lijdend voorwerp na een voorzetsel:
Wanneer geef je het boek aan Robin?
Ik geef het morgen aan hen.
Mensen kennen deze woorden al in een bepaalde positie; daarom hebben we een duidelijk beginpunt voor nieuwe genderneutrale voornaamwoorden. Om die reden is het waarschijnlijk makkelijker in gebruik. Vriesendorp: “Eigenlijk denk ik dat de Nederlandse taal best wel klaar is voor deze taalverandering.”
Lhbti-acceptatie
Hoewel de weg in theorie vrij lijkt voor nieuwe Nederlandse genderneutrale voornaamwoorden, worden ze nog niet massaal gebruikt in de praktijk. De invoering ervan staat namelijk nog in de kinderschoenen. Verhaegen: “Uit ons onderzoek blijkt dat de helft van de (Vlaamse) Nederlandse sprekers heeft gehoord van de non-binaire voornaamwoorden en dat maar tien procent ze actief gebruikt. Daar valt nog wel wat vooruitgang op te boeken.”
Of de inclusieve voornaamwoorden in de toekomst gemeengoed worden, blijft de vraag. Taal en de ontwikkelingen daarvan gaan natuurlijk hand in hand met maatschappelijke tendensen. Zo leunt de invoering van genderneutraal taalgebruik grotendeels op de mate van erkenning van non-binaire identiteiten. Deze algehele acceptatie van queeridentiteiten lijkt momenteel te stagneren in Nederland. Dit is ook een fenomeen waarin student Robin zich herkent. “Ik ben vaak bang voor negatieve reacties en onbegrip. Ik zie in de media de laatste tijd zoveel haat richting mensen die zich identificeren als trans of non-binair.”
Vriesendorp deelt deze zorgen en merkt op dat er momenteel sprake lijkt te zijn van een ‘backlash’. Desondanks verwacht hij dat er meer genderinclusieve taalveranderingen zullen komen. “Ik ben zo benieuwd en een beetje nerveus ook.” Hoe deze ontwikkelingen ontvangen zullen worden, vindt de onderzoeker nog moeilijk te zeggen. “De geest is in ieder geval uit de fles. Echt voorspellen hoe het verder gaat kan ik niet. Ik heb geen idee hoe de sociale winden zullen waaien over twintig jaar; we gaan het zien.”