Klimaatverandering veroorzaakt droogtes, overstromingen en noodweer. Velen raken hierdoor hun huis en land kwijt, en worden gedwongen zich te verplaatsen. Dr. B. Ribeiro de Almeida onderzoekt aan de Universiteit Leiden welke problemen hierbij komen kijken, en wat de mogelijke oplossingen zijn. “Het zijn vaak de armen die de dupe zijn.“
“Hoe ik hier terechtgekomen ben? Ik kom uit Portugal, uit een familie van juristen, en heb zelf ook rechten gestudeerd. Ik dacht altijd dat ik uiteindelijk ook bij het familiebedrijf terecht zou komen, dat was het pad dat altijd voor me lag. Ik vroeg me echter af of ik ook andere dingen kon doen. Tijdens mijn studie kreeg ik die kans. Ik mocht naar Oost-Timor om daar via een onderwijsstichting eigendomsrechten te gaan doceren. Het was best moeilijk om dat in te vullen, want hoe geef je les over een concept dat daar heel anders in de cultuur zit?
Uiteindelijk heb ik via een landrechten-conferentie een baan als juridisch adviseur aangeboden gekregen, en kon ik langer in Timor-Leste blijven. Daar moest ik een beetje van alles doen, omdat er nog niet zo veel infrastructuur was. Na mijn studie ben ik ook in Oost-Timor gaan promoveren, maar in 2015 kwam ik hierheen voor een promotieonderzoek. Als externe promovendus was financiering lastig, dus ben ik naast het onderzoek begonnen met consulting. Voor mijn eerste project ging ik naar Afghanistan. Mijn leven werd een beetje onderzoeken, gevolgd door een beetje consulten.”
“Voor ons is landrecht een concept dat in onze maatschappij zit ingebed. Je kan land bezitten, erven, verhuren en verkopen. Bij de gebieden waar ik veel heb gewerkt – Oost-Timor, Zuid-Soedan, Afghanistan en Mozambique – is dit idee veelal, en ik generaliseer uiteraard, gebracht door een koloniale macht. Als je lokale bewoners spreekt, hebben ze soms een heel ander beeld van land ‘bezitten’. Ze hebben samen met hun gemeenschap diepgaande banden met hun land en leven er al generaties. Documenten hebben ze echter niet.
Dit wordt een probleem als de overheid zich met het landgebruik bezig gaat houden. We hadden eens een situatie waarbij de overheid bezig was met de landrechten te administreren, en vaak boeren en lokale gemeenschappen minder land toebedeelde dan ze traditioneel gebruikten en beheerden. Ik vroeg op basis van welke wet ze dit deden, en kreeg als antwoord ‘op basis van de wet.’ Op basis van welke wet? Ik had de wet gelezen en kon hier geen grondslag voor vinden.
Door klimaatverandering gebeurt het inmengen van de overheid ook steeds meer en meer. Gebieden kunnen door bijvoorbeeld droogte of overstromingen worden aangemerkt als ‘risicogebied’, en dan moeten de bewoners worden verplaatst. Waar moeten deze mensen heen? Worden ze gecompenseerd? Van wie was het land waar ze heengaan?”
“Voor dit soort onderzoek is het enorm belangrijk om naar het gebied te gaan. Je hebt de cultuur en de normen en waarden van een gebied nodig om goede wetgeving te bedenken. Ik kijk natuurlijk naar wat er in de wet staat, maar het is net zo belangrijk om te kijken hoe de wet in de praktijk wordt gebracht. Daarvoor moet je op locatie zijn, mensen spreken, observeren.
In een recent onderzoek in Zuid-Soedan zagen we dat de wetten rond grondrechten zeer problematisch waren voor vrouwen. Vrouwen behoorden namelijk traditioneel tot een familie, en werden na hun huwelijk onderdeel van de andere familie. De grondrechten werden altijd door zonen geërfd, en bij het overlijden van een man gingen de grondrechten terug naar diens familie, niet zijn vrouw. We hebben geholpen bij het opzetten van regelingen en vangnetten zodat weduwen en gescheiden vrouwen niet met lege handen achterblijven.
Nu ben ik bezig met een onderzoek waarbij een milieu- en overstromingenexpert simulaties en voorspellingen gaat doen voor Mozambique. Samen met een lokale NGO willen we overheidsmaatregelen opstellen om met natuurrampen en klimaatverandering om te gaan. Welke paden biedt de wet, en welke aanpassingen aan de wet kunnen helpen?”