Steeds meer zien mensen de ernst van klimaatverandering onder ogen. Technologieën met een lage CO2-uitstoot spelen een grote rol om de gevolgen van deze crisis in te perken. Toch roept een windmolenpark naast je huis nog altijd veel weerstand op bij burgers. Volgens Emma ter Mors, universitair docent Sociale, Economische en Organisatiepsychologie aan de Universiteit Leiden, is daar wat aan te doen.
Donderdag 11 april 2024 om 12:00 uur
Ter Mors vindt het niet zo gek dat de energietransitie weerstand oproept bij burgers. Als voorbeeld noemt ze het CO2-opslagproject in Barendregt uit 2009. Het plan was om de CO2-uitstoot van de Shell-raffinaderij in een ondergronds aardgasveld op te slaan en te hergebruiken. Omdat het veld onder een bewoond gebied lag, leidde het project tot veel protesten en weerstand. “Wat daar gebeurde was dat burgers werden geïnformeerd op een informatieavond terwijl het plan al een lopende trein was waar bewoners weinig meer over konden inbrengen.” Wantrouwen tegen de overheid en Shell versterkte de weerstand tegen het project.
Ter Mors onderzoekt waar de weerstand van burgers bij de bouw van energieprojecten vandaan komt. Voor haar onderzoek zijn mensen benaderd bij openbare plaatsen als een gemeentehuis. Respondenten hoorden dat ze een vragenlijst mochten invullen over een fictieve situatie die in de nabije toekomst kon plaatsvinden. De vragen gingen over een situatie waarin een bedrijf van plan was om een CO2-afvoerpijp vlak langs het huis van de respondenten te bouwen. Vervolgens hoorden ze dat de projectontwikkelaars een informatieavond organiseerden waar ze hun stem over het project konden laten horen.
Wat bleek is dat een oprechte stem grotendeels bepaalde of de deelnemers het fictieve project accepteerden. Wanneer respondenten het gevoel hadden dat de projectontwikkelaars geen rekening hielden met hun inbreng, dan schaadde dat hun gevoel van een eerlijk participatieproces. Daarmee nam ook hun vertrouwen in de fictieve projectontwikkelaar af, aldus de resultaten van het onderzoek. Wanneer burgers geen oprechte stem krijgen, zijn ze minder geneigd om het voorgestelde project te accepteren, aldus Ter Mors. “Bij de energietransitie is rechtvaardigheid echt een relevant thema. Zijn procedures eerlijk, kan iedereen meedoen en wordt er ook echt naar je geluisterd?”
“Wat daar gebeurde was dat burgers werden geïnformeerd op een informatieavond terwijl het project al een lopende trein was waar bewoners weinig meer over konden inbrengen”
Emma ter Mors, Universitair docent Sociale, Economische en Organisatiepsychologie
Toch concludeert het onderzoek ook dat projectontwikkelaars dubbele gevoelens hebben wanneer ze burgers een echte stem geven in het proces. Dat heeft volgens Ter Mors te maken met onduidelijke kaders over wat publieke participatie inhoudt, hoe je dat vorm geeft en wat je doel is. “Wil je acceptatie van windmolens bereiken of wil je dat de relatie met burgers goed blijft?” De keerzijde van burgerparticipatie is ook dat het bouwproject van bijvoorbeeld windmolens langer kan duren wanneer je input van omwonenden vraagt, vervolgt Ter Mors.
Dat de energietransitie niet zonder weerstand en protesten verloopt, heeft volgens Ter Mors ook nog andere redenen. Vanuit haar expertise als sociaal psycholoog onderzoekt ze hoe het individu met de omgeving interacteert. “Als de overheid bijvoorbeeld subsidie verstrekt voor de installatie van zonnepanelen, dan stimuleert dat de aankoop ervan. Maar de aanschaf hangt ook af van individuele factoren van burgers. Zijn mensen op de hoogte van de subsidie, hebben ze de digitale vaardigheden om een dergelijke aanvraag te doen en hoe staan hun buren of familie tegenover zonnepanelen?” Hoe een energiebeleid van de overheid uitpakt hangt dus ook af van kenmerken van het individu.
Ter Mors denkt dat er nog een grote taak ligt op het gebied van de energietransitie in Nederland. “Vanuit mijn discipline vind ik het goed dat er meer besef komt dat je gedragskennis moet meenemen in de hele haalbaarheid van de transitie. Dus kijk niet alleen naar de economische, wettelijke en technologische aspecten maar realiseer je ook dat de factor mens in besluiten een belangrijke rol speelt.”