interview
Jonge criminelen zijn naast dader ook slachtoffer

De meeste mensen hebben argwaan tegen jeugdigen die opgepakt zijn voor ernstige misdaden. Samantha Vermeulen, PhD-student en docent bij Universiteit Leiden, wil deze jongeren juist helpen. ‘Ze zijn niet voor niks op het verkeerde pad gekomen.’ Met haar onderzoek in justitiële jeugdinrichtingen probeert Vermeulen de daden van de jongeren beter te begrijpen.

Jeugdigen die extreme criminele dingen doen, bijvoorbeeld steken of moord, kunnen jeugddetentie ontvangen. Ze kunnen dan terechtkomen in een justitiële jeugdinrichting (JJI). ‘Eigenlijk is het een jeugdgevangenis, maar die term proberen ze niet te noemen.’ Bij het woord “gevangenis” denken mensen gelijk aan straf en dat is niet waar het bij een JJI om draait. De hoofdfocus ligt juist bij de behandeling en de ontwikkeling, zodat de jongeren nog beter terug kunnen keren in de maatschappij.

Geen monsters

Pedagoge Vermeulen (30) staat nog in het begin van haar onderzoekscarrière. Op dit moment zit ze midden in een studie waarin ze onderzoekt hoe kindermishandeling en ander trauma een rol spelen in de ontwikkeling van het gedrag dat de jongeren in JJI’s vertonen.

Op het eerste gezicht lijkt het een pittig onderzoek voor iemand met de leeftijd van Vermeulen. Vermeulen ziet de jongeren in de inrichtingen echter niet als eng of gevaarlijk. ‘Mensen hebben een beeld van die jongeren alsof het een soort monsters zijn. Als je ze dan één op één spreekt, zijn het allemaal hele lieve en beleefde kinderen die heel gevoelig zijn en het liever anders hadden willen zien.’ Daarnaast heeft Vermeulen tijdens een stage bij het Preventief Interventie Team in Amsterdam al ervaring opgedaan bij een soortgelijke doelgroep. Ook heeft ze onderzoek gedaan naar kindermishandeling tijdens de coronalockdowns. Haar huidige onderzoek heeft dus meerdere raakvlakken met haar eerdere ervaringen.

Samantha Vermeulen via Universiteit Leiden

Vertrouwen

Sinds mei 2023 bezoekt Vermeulen de 5 grote JJI’s in Nederland om data te verzamelen. De dataverzameling duurt zeker nog tot december 2024. Het is namelijk erg moeilijk om de jongeren te motiveren om mee te doen met het onderzoek. ‘Wij zitten allebei op de universiteit, dus we weten wat het belang is van wetenschappelijk onderzoek en waarom je daaraan mee zou doen. Maar ja, ga die jongeren daar maar eens van overtuigen.’ Ook hebben de jongeren vaak vanuit hun jeugd moeite met het vertrouwen van personen. ‘Als ik dan ineens binnenkom met: ik wil je dossier lezen en ik wil met je praten over wat je allemaal hebt meegemaakt in je jeugd, staan ze daar niet om te springen.’

‘Als je ze dan één op één spreekt, zijn het allemaal hele lieve en beleefde kinderen die heel gevoelig zijn en het liever anders hadden willen zien.’

– Samantha Vermeulen

Toch is het Vermeulen inmiddels gelukt om met een hoop jongens te praten en hun dossiers te lezen. ‘Als je leest wat de jongeren hebben meegemaakt in hun jeugd, dan vind ik het niet meer dan logisch dat ze dit gedrag zijn gaan vertonen.’ Het probleem wordt vaak bij de jongeren gelegd, maar volgens Vermeulen is dat erg makkelijk gedacht. ‘Ik vind het onterecht dat zij gestraft worden voor iets dat hun is overkomen in hun jeugd. Ze hadden veel eerder hulp moeten krijgen.’

Hulpverlening

Het valt Vermeulen op dat er in veel dossiers staat dat er wel hulpverlening is geweest voordat de jongeren de gruwelijke daad uitvoerden. Alleen deze hulpverlening was vaak kortdurend en veranderde steeds.  ‘Er is zoveel wisselende hulpverlening, waardoor jongeren steeds weer opnieuw hun verhaal moeten doen. Dit geeft de jongeren het gevoel dat er niet naar ze geluisterd wordt’, schetst Vermeulen het probleem. Hieruit valt te herleiden waarom het vertrouwen van de jeugdgevangenen vaak al op jonge leeftijd is geschonden.

Vermeulen hoopt met haar onderzoek duidelijker de samenhang tussen verschillende soorten jeugdtrauma’s en het gedrag dat de jongeren nu vertonen in kaart te brengen. ‘Het uiteindelijke doel is dat de resultaten nieuw inzicht kunnen bieden in de ontwikkeling van nieuwe behandeling.’ Op deze manier zullen jongeren in de toekomst op tijd geholpen kunnen worden met hun problemen en hopelijk minder snel op het verkeerde pad belanden.

17 - 04 - 2024 |
Tamar van den Berg