achtergrondartikel
Na 60 jaar anticonceptiepil zijn nog steeds niet alle gevolgen bekend

Zo’n 2,2 miljoen vrouwen in Nederland gebruiken de anticonceptiepil. Hoewel het gebruik hiervan voor de meesten positief ervaren wordt, heeft het voor sommigen ook negatieve gevolgen. Recente studies geven steeds meer aandacht aan deze keerzijde. Maar wat zijn deze gevolgen precies en worden ze wel duidelijk gecommuniceerd met iedereen die de pil neemt?

De pil is een vorm van hormonale anticonceptie die in 1960 voor het eerst in de Verenigde Staten op de markt kwam. Als ‘uitvinding van de twintigste eeuw’ zorgt het ervoor dat er geen zwangerschap ontstaat. Vrouwen aan de pil krijgen een regelmatige cyclus die ook gereguleerd kan worden door bijvoorbeeld een maand door te slikken en hierdoor een menstruatie over te slaan. Verder kunnen vrouwen die last hebben van hevige bloedingen de pil gebruiken om deze te verhelpen en om menstruatiepijn aan te gaan. Veel vrouwen ervaren de pil dan ook positief.

Twee fases
Bij gebruik van de pil wordt het baarmoederhalsslijm dikker waardoor zaadcellen hier moeilijk doorheen kunnen komen en bevruchte eicellen niet in dit dikke slijmvlies kunnen innestelen. Dit is allemaal mogelijk door de hormonen progestageen en oestrogeen die in de pil zitten, vertelt anticonceptiespecialist en verloskundige Wendy Wielenga: “Een vrouw heeft in een natuurlijke cyclus simpel gezegd twee verschillende fases. In de eerste fase wil je lichaam voortplanten en in de tweede fase wil het juist de bevruchte eicel onderhouden en wil je lichaam juist niet meer bevrucht worden. Gedurende de maand is er dus een natuurlijke op- en afbouw van hormonen om deze twee fases mogelijk te maken. Vrouwen aan de pil hebben alleen nog maar de tweede fase waardoor de hormonen in hun lichaam ontregeld worden. Dit kan logisch gezien naast de positieve effecten, ook nadelige gevolgen hebben.”

Ontregelde lichaamsfuncties
Deze nadelige gevolgen merken sommigen vrouwen die met de pil beginnen al snel. Bijwerkingen die vooral in de eerste maanden voor kunnen komen zijn gevoelige borsten, vasthouden van vocht, hoofdpijn, stemmingsveranderingen, misselijkheid, gewichtstoename en doorbloedingen. Naderhand kunnen vrouwen ook last krijgen van pigmentplekken in het gezicht, haar uitval, talgtoename, vaginale droogte, meer vaginale afscheiding, algehele stemmingsklachten en duizeligheid.

Een ander mogelijk fysiek gevolg van de pil is het ontregelen van het schildklierhormoon. De schildklier is erg belangrijk voor de stofwisseling en haalt energie uit het geconsumeerde eten. Een studie uit 2021 onderzocht de relatie tussen pilgebruik en hypothyreoïdie, waarbij er te weinig schildklierhormonen worden aangemaakt. Zij concludeerden dat vrouwen met langdurig pilgebruik van 10 jaar of langer een verhoogd risico hadden op problemen met hun schildklier. Toch blijft het percentage van hypothyreoïdie in Nederland laag. Maar 2,5% van de Nederlanders heeft hier last van en hier vallen ook mensen onder die niet aan de pil zitten.

Ook op lange termijn zouden er nadelige gevolgen kunnen zijn. Een studie uit 2015 onderzoekt of de pil invloed heeft op de structuur van het brein. Een verdunning hiervan zou namelijk invloed kunnen hebben op de besluitvorming, emotieverwerking, het geheugen, de aandacht en de planning van een persoon. Toch stelt het onderzoek dat er geen conclusies kunnen worden getrokken, en dat er nog niet een definitieve link kan worden gelegd tussen de pil en corticale verdunning. Hier is verder onderzoek voor nodig.

Puberbrein
De leeftijd waarop de pil voor het eerst kan worden ingenomen, ligt aan wanneer de vrouw voor het eerst menstrueert. Volgens onderzoek van de fabrikant is er genoeg onderzoek naar gedaan en is het volledig veilig om na de eerste menstruatie met de pil te beginnen. Dit is dan ook door de overheid goedgekeurd. De meeste meisjes worden tussen hun 11e en 16e voor het eerst ongesteld. Op een leeftijd van 11 jaar zou dus al begonnen kunnen worden met hormonale anticonceptie.

Tineke Oldehinkel, hoogleraar Levensloop Epidemiologie van Veelvoorkomende psychiatrische Stoornissen, onderzoekt in haar studie uit 2022 samen met andere wetenschappers het effect van de pil op de ontwikkeling van het puberbrein. Zij vertelt hierover: “De pil kan wel degelijk neveneffecten hebben. Elke studie heeft beperkingen en veiligheid wordt altijd op een andere manier gedefinieerd. Puur op basis van theoretische overwegingen is het zo dat meisjes die zo jong de pil nemen in menig opzicht nog in ontwikkeling zijn en de hersenen nog lang niet zijn uitontwikkeld.”

De studie laat zien dat de hormonen in de pil tot vergrote kans op psychische aandoeningen zouden kunnen leiden. “Je doet natuurlijk wel wat met die hormonen. Ze hebben een bredere functie dan alleen maar een zwangerschap voorkomen. Je grijpt in op een ontwikkelend systeem. Dus om dan te zeggen dat het ‘volstrekt veilig’ is om vanaf zo jong aan de pil te gaan, daar zou ik voorzichtig en terughoudend mee zijn”, zegt Oldehinkel.

Slecht geïnformeerd
Nu is informatie over de bijwerkingen online toch regelmatig tegenstrijdig. Waar op de ene site wordt gezegd dat de pil pijn aan de borsten kan verminderen, er juist minder vocht kan worden vastgehouden, en vrouwen een minder opgeblazen gevoel krijgen, is dat op een andere site weer niet zo. Echt goed informeren blijft dus lastig.

Wielenga ziet op haar spreekuur vaak vrouwen langskomen die opzoek zijn naar goede informatie over anticonceptie: “Ik kom regelmatig in mijn praktijk vrouwen tegen die slecht geïnformeerd zijn over hormonale anticonceptie en de klachten daarvan. Klachten als bijvoorbeeld libidoverlies, stemmingswisselingen of bloedingspatronen waar ze niet blij mee zijn. Huisartsen denken vaak ook een beetje voor de cliënt.”

Alternatieven
“Er zijn alternatieven voor de pil als vrouwen last hebben van heftige menstruaties”, zegt Wielenga. “Bepaalde pijnstillers als diclofenac, ibuprofen en naproxen helpen hiermee. Ook kunnen vrouwen tranexaminezuur overwegen, dit is een soort antistollingsmiddel. Dit wordt alleen niet vaak voorgeschreven.” Hoewel er dus wel alternatieven zijn, ervaren mensen bij het gebruik van deze pijnstillers ook vaak weer negatieve bijwerkingen.

Wielenga gaat hier verder op in: “Ik denk dat het antwoord waarom deze alternatieven niet veel worden voorgeschreven twee invalshoeken heeft. Het maatschappelijk wenselijke antwoord en het feministische antwoord. In eerste instantie denk ik dat farmaceuten en artsen hormonale anticonceptie als de minst intensieve manier zien om dit aan te gaan. In tweede instantie denk ik dat wij vrouwen gewoon nog steeds niet heel serieus worden genomen in de zorg. We zijn natuurlijk lastige wezens, dat bedoel ik positief en negatief. Wij werken gewoon heel anders dan mannen en zijn daarin misschien ook wel moeilijker.”

Bewustwording
“Ondanks alles denk ik wel dat er steeds meer bewustwording komt voor het feit dat vrouwen bijwerkingen kunnen ondervinden van de pil en liever hormoonvrije anticonceptie gebruiken”, vertelt Wielenga. “Wat we natuurlijk niet moeten vergeten is dat er vrouwen zijn die helemaal geen last hebben van de pil, maar er zou wel meer aandacht moeten komen voor vrouwen die dit wel hebben.”

Oldehinkel is het hier ook mee eens: “Er kunnen genoeg redenen zijn om nog steeds de pil te gebruiken want een ongewenste zwangerschap heeft natuurlijk ook nogal een impact op iemands leven, maar wees wel alert op de mogelijke signalen. Dat kan denk ik nooit kwaad. Ik denk dat er zeker naar aanleiding van onze studie meer onderzoek naar dit onderwerp kan worden gedaan. Zolang de pil op grote schaal wordt gebruikt is het alleen maar goed om zoveel mogelijk kennis hierover te hebben. Op dit moment is het namelijk een grote puzzel die nog net niet helemaal af is.”

01 - 06 - 2023 |
Rosalie