Digitalisering van oorlogsarchief brengt ‘foute’ familie in beeld

Foto: Sebastiaan ter Burg (CC BY 4.0)
22 - 05 - 2023 ► 16:16



Vanaf 1 januari 2025 is het Centraal Archief Bijzondere Rechtspleging (CABR) openbaar toegankelijk en kan je vanuit huis alle documenten uit dit archief inzien. Hoewel er op wetenschappelijk gebied veel voordelen zitten aan de digitalisering zijn er ook zorgen bij nabestaanden van ‘foute’ Nederlanders: “De grootste zorg van deze mensen is dat ze de ellende uit het verleden opnieuw moeten meemaken”

Onder andere door verfilmingen van de populaire boeken: De Stamhouder en De zaak Menten is anno 2023 de discussie over goed of fout in de context van de Tweede Wereldoorlog nog steeds springlevend. Een van de belangrijkste informatiebronnen bij deze discussie is het CABR. Dit archief bevat dossiers van meer dan 300.000 mensen die in de jaren na de Tweede Wereldoorlog werden beschuldigd van collaboratie, verraad, NSB-lidmaatschap of indiensttreding bij een vijandelijke krijgsmacht. Vanaf 1 januari 2025 wordt dit archief dankzij het project Oorlog voor de Rechter openbaar toegankelijk.

Meest geraadpleegde archief
Het CABR is het grootste oorlogsarchief van Nederland. Na de oorlog werden zo’n 300.000 mensen verdacht van samenwerking met de Duitsers. In dit archief liggen justitiële documenten, bewijsstukken, processen verbaal en getuigenverslagen van deze mensen. Uiteindelijk werden er bijna 1900 mensen veroordeeld tot een gevangenisstraf van meer dan tien jaar. Volgens Tessa Free, communicatie coördinator van het project Oorlog voor de Rechter, wordt er veel gebruik gemaakt van het archief: “Het is zelfs het meest geraadpleegde archief van het Nationaal Archief.”

Het project Oorlog voor de Rechter is een samenwerking van het Nationaal Archief, NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies, Netwerk Oorlogsbronnen en Huygens Instituut. Zij streven ernaar om voor 2025 een groot deel van het CABR gedigitaliseerd en ontsluit te hebben. De digitalisering heeft volgens Free veel voordelen: “Je kan straks als het archief digitaal doorzoekbaar is er dwars doorheen zoeken. Hierdoor kan je veel meer informatie over personen of gebeurtenissen terugvinden die we tot nu toe niet met de hand hebben kunnen onderzoeken.”

150.000 scans
Daarnaast is het archief vanaf 2025 online vrij toegankelijk waardoor het niet meer nodig is om naar het Nationaal Archief in Den Haag af te reizen. “Hierdoor is het voor een veel breder publiek mogelijk om onderzoek te doen naar de geschiedenis van ons land of eigen familiegeschiedenis.” Volgens Free biedt de digitalisering ook de kans om context aan te brengen bij de archiefstukken en wordt het archief minder fysiek belast waardoor het langer behouden kan blijven.

Door de omvang van het archief is de digitalisering wel een hele klus: “Het totale archief is vier kilometer lang”, zegt Free “Dat betekent dat we vanaf dit najaar tot en met 2027 achter elkaar aan het scannen zijn.” Het streven is om wekelijks ruim 150.000 scans te gaan maken van het archiefmateriaal. Hoewel het project tot 2027 doorloopt komt het eerste deel al in 2025 online.

1 januari 2025
Deze datum is niet zomaar uit de lucht komen vallen. In 2025 is het namelijk tachtig jaar geleden dat de Tweede Wereldoorlog plaatsvond: “Het CABR is volgens de archiefwet vanaf dat moment openbaar. Dan vervallen de voorwaarden tot inzage en heeft in principe iedereen toegang tot het archief.”

Dat is een groot contrast met de huidige situatie: “Op dit moment moet je toestemming hebben van degene waarvan je het dossier wil inzien of je moet kunnen aantonen dat deze persoon overleden is.” Daarnaast mag je geen foto’s of kopieën van de stukken maken. Hoewel vanaf 2025 deze voorwaarden vervallen, betekent het niet dat alles vrij toegankelijk is: “We moeten nog steeds rekening houden met privacywetgeving”, zegt Free “Daarnaast zijn er ook nog een heleboel ethische vraagstukken waar we rekening mee willen houden.”

Ethische commissie
Over deze ethische vraagstukken is er nauw contact met belangenorganisaties voor nabestaanden van ‘foute’ ouders in de vorm van de Stichting Werkgroep Herkenning en het Centraal Orgaan Voormalig Verzet en Slachtoffers, een samenwerkingsverband van organisatie van verzetsmensen, ex-kampgevangenen en vervolgden. Binnen dit ethisch beraad staat de ethische discussie over wat er allemaal wel of niet online gepubliceerd moet worden centraal.

Volgens Jeroen Saris, voorzitter van de Stichting Werkgroep Herkenning hebben de organisaties in de ethische commissie een adviserende rol. “Wat wij adviseren wordt door juristen en mensen uit de archiefwereld vertaald in regels.” Binnen de ethische commissie wil Saris de belangen, gedachten en emoties van de aangesloten nabestaanden bij zijn organisatie goed overbrengen.

Ook Free erkent het belang van de ethische commissie: “Hoewel we juridisch gezien veel mogen publiceren, vinden we het belangrijk om rekening te houden met het maatschappelijke ethische belang. Het onderwerp bespreekbaar maken is daarom ook een groot doel van dit project.’’ De gesprekken tussen de ethische commissie en de organisaties van Oorlog voor de Rechter begonnen in mei 2023.

Zorgen nabestaanden
Hoewel Saris een voorstander is van de openbaarheid en digitalisering van de archieven, kent hij ook de zorgen van nabestaanden: “Wij hebben veel reacties binnengekregen via het meldpunt op onze website van mensen die willen laten weten dat ze moeite hebben met het project.” Ook kreeg hij persoonlijk veel reacties binnen na een aantal tv-optredens. “De grootste zorg van deze mensen is dat ze de ellende uit het verleden opnieuw moeten meemaken.” Hiermee doelen de mensen volgens Saris op pestgedrag, nagekeken worden en geïsoleerd raken in hun gemeenschap.

Naast de angst voor het naar boven komen van het verleden van ‘foute’ ouders, zijn veel nabestaanden ook angstig om er achter te komen wat er nou precies gebeurd is. “Mensen zijn bang om het te onderzoeken”, zegt Saris. “Door deze angst kunnen er trauma’s ontstaan.” Saris spreekt hier uit ervaring: hij werd zelf op zijn achttiende nietsvermoedend door schoolvrienden geconfronteerd met het oorlogsverleden van zijn vader. Wat volgde was een vertrouwenscrisis die hem tientallen jaren in zijn greep hield. Over zijn ervaringen schreef Saris een brief aan zijn vader, die net als een aantal andere persoonlijke verhalen, terug is te vinden om de website van de Stichting Werkgroep Herkenning.

Kinderen van de oorlog
Uit zijn eigen ervaring weet Saris daarom hoe belangrijk het is om het gesprek te openen rondom het oorlogsverleden van je ouders. Dit is een van de redenen waarom hij zelf bezig is met een project om het oorlogsverleden bespreekbaar te maken. Met zijn project Kinderen van de oorlog spreken met elkaar, wil hij mensen die door de oorlog zijn getroffen en nabestaanden van ‘foute’ ouders in contact brengen met elkaar. Hij kwam op dit idee toen hij zelf werd uitgenodigd door een zoon van een joodse onderduiker die graag een keer met mensen van de andere kant in gesprek wilde gaan. “Wij hebben toen een ongelofelijk mooi gesprek gehad met hem en zijn vrouw en dat gaf zo veel vertrouwen in dat het beter kan.”

De periode tot de lancering van Oorlog voor de Rechter wil Saris daarom besteden aan het opzetten van zijn eigen project. Het doel is om door heel het land mensen met elkaar in contact te brengen met als basis het persoonlijke gesprek tussen iedereen die getroffen is door de oorlog.

Maatschappelijke aandacht
Tessa Free erkent het belang van een maatschappelijk debat. Volgens haar is dat ook een belangrijk doel van Oorlog voor de Rechter. Sinds de lancering in februari merkt zij ook dat er meer aandacht is gekomen voor het bespreekbaar maken van het ‘foute’ oorlogsverleden: “Juist omdat het zo’n gevoelig onderwerp is en het idee heerst dat het niet bespreekbaar is zijn we blij dat in de media het debat wel echt opgestart is.”

Het starten van het maatschappelijke debat is niet de enige primeur die Oorlog voor de Rechter op zijn curriculum vitae kan schrijven. Volgens Free zijn de organisaties bezig met een internationaal pioniersproject: “Het is echt de allereerste keer dat zo’n groot archief op deze manier gedigitaliseerd en geautomatiseerd ontsloten wordt.” Niet alleen de technologische kant van het project is vernieuwend: “De ethische discussie die een belangrijk onderdeel vormt van het project is ook nog nooit eerder op deze manier gedaan.”

Wouter Geerts



Geef een reactie

artikelen van Wouter Geerts:
Digitalisering van oorlogsarchief brengt ‘foute’ familie in beeld
Toename drugsgebruik is minder zorgwekkend blijkt uit nieuwe cijfers