In het Westen zijn elektrische auto’s en fietsen, windmolens en zonnepanelen volledig omarmd. Het is dé oplossing om de CO2-uitstoot omlaag te brengen. Maar voor deze energietransitie is een enorme hoeveelheid herlaadbare batterijen nodig. En deze producten hebben een prijs, want duurzame initiatieven hier, zorgen voor nadelige gevolgen elders. “We besteden onze ecologische voetafdruk uit aan anderen, die minder welvarend zijn.”
Bij een groene transitie gaan we van een energiesysteem gebaseerd op een constante aanvoer van gas, olie en kolen over naar een systeem, waarbij de energie wordt opgewekt door een voorraad zonnecellen en windmolens. Aangezien de zon niet altijd schijnt, bieden oplaadbare accu’s de oplossing voor pieken en dalen in de energieopwekking. Maar om al deze duurzame energie op te slaan is er een enorme vraag naar de grondstoffen voor de accu’s ontstaan.
De EU heeft het doel om klimaatneutraal te zijn in 2050. Om dit doel te bereiken zullen grote stappen moeten worden gezet in de energietransitie. Uit een rapport van de Europese commissie uit 2020 over afhankelijkheid en duurzaamheid van de grondstoffen komt naar voren dat de Europese Unie voor de batterijen van elektrische auto’s en voor energieopslag 18 keer meer lithium en 5 keer meer kobalt in 2030 nodig te hebben. In 2050 stijgt de vraag nog meer: In 2050 zal de EU veertig keer meer lithium nodig hebben dan in 2020, zo’n 861 miljoen kilo.
Verborgen kosten
De materialen die nodig zijn voor batterijen en magneten leveren veel schade op voor Zuid-Amerikaanse en Afrikaanse landen. “We besteden eigenlijk onze ecologische voetafdruk uit aan anderen. En heel vaak aan anderen, die minder welvarend en zich minder goed hiertegen kunnen verzetten”, stelt Marja Spierenburg, hoogleraar Antropologie van duurzame ontwikkeling en bestaansmiddelen aan de Universiteit Leiden. Er is sprake van een waterbedeffect: duurzame initiatieven op de ene plek, zorgen voor nadelige gevolgen op de andere plek.
De belangrijkste grondstoffen voor accu’s zijn: nikkel, kobalt en lithium. De meest gebruikte batterijen voor elektrische auto’s zijn de oplaadbare lithium-ion batterijen. De batterij van een Tesla Model S bevat bijvoorbeeld zo’n 12 kg lithium. Het gros aan kobalt komt uit de Democratische republiek Congo. Het land produceert zo’n tweederde van de wereldvoorraad. Desondanks is Congo een van de armste landen ter wereld.
De mijnen in het land zijn voornamelijk in handen van buitenlandse investeerders. Vanwege de armoede en het wanbeleid in deze kleinschalige mijnbouw, werken de arbeiders onder gevaarlijke omstandigheden. Ook werken er veel kinderen in deze mijnen. Kinderen en volwassen arbeiders werken zonder beschermende maskers. Uit het rapport ‘Time to recharge’ van Amnesty International uit 2017 bleek dat deze blootstelling aan giftige stoffen in kobalt- en kopermijnen leidt tot een groter risico op aangeboren afwijkingen bij kinderen van arbeiders
Het witte goud
Ook de winning van het witte goud, ofwel Lithium, heeft een duistere zijde. Het grootste aandeel van de lithiumvoorraad zit verborgen onder de zoutvlaktes in de lithiumdriehoek, waartoe Chili, Bolivia en het noorden van Argentinië behoren. Voor het winnen van een ton lithium is bijna twee miljoen liter water nodig, terwijl de mijnbouw plaatsvindt in een van de droogste gebieden ter wereld. Dit heeft tot veel protesten geleid in Zuid-Amerika.
Mijnbedrijven verdrogen namelijk niet alleen de grond, maar dumpen ook grote hoeveelheden zout in meren rondom de mijnen. Dit maakt de grond onvruchtbaar en brengt de voedselvoorzieningen van de lokale bevolking in gevaar. Zo meldt de organisatie Friends of the Earth, een internationaal netwerk van milieubewegingen, in een rapport dat de lithiumwinning in Chili voor ernstige spanningen tussen lithiumproducenten en de inheemse bevolkingsgroepen die voor hun voortbestaan afhankelijk zijn van water, zoals de Toconao gemeenschap in Noord-Chili.
Inclusief duurzaamheidsbeleid
Marja Spierenburg, hoogleraar Antropologie van duurzame ontwikkeling en bestaansmiddelen aan de Universiteit Leiden, pleit voor een inclusief duurzaamheidsbeleid. “Om te voorkomen dat minder welvarende de dupe wordt is er behoefte aan een mondiaal inclusief duurzaamheidsbeleid, waarbij ook antropologen betrokken worden.”
“Het is heel verleidelijk om te denken dat het klimaatprobleem vrij snel is opgelost door elektrische energie. Maar dat is zeker niet het geval. Deze groene transitie creëert weer nieuwe problemen. De effecten komen ook nu weer op het bordje van ontwikkelingslanden te liggen. Maar ook het minder welvarende deel van Europa worden er de dupe van. Nu de energieprijzen stijgen, heeft de welgestelde Nederlander met een goed geïsoleerde koopwoning geen probleem, maar mensen in de slecht onderhouden sociale huursector zitten met de gebakken peren.”
“Om te voorkomen dat minder welvarende de dupe wordt is er behoefte aan een mondiaal inclusief duurzaamheidsbeleid, waarbij ook antropologen betrokken worden.”
Reputatie
Hoewel we op Europees niveau op de hoogte zijn van de oorsprong van grondstoffen, zijn de autofabrikanten dit meestal niet. Zij kopen grote partijen batterijen op, waarvan de oorsprong moeilijk te herleiden is. “Al zie je wel dat steeds meer autofabrikanten de keten meer in eigen hand willen hebben”, stelt René Kleijn, hoogleraar industriële ecologie aan de Universiteit Leiden.
Tesla liep hierin voorop: het bedrijf heeft in 2020 een contract met het internationale mijnbedrijf Glencore getekend voor de aankoop van een kwart van een van de grootste kobaltmijnen in Congo, de KCC. Ook maakt Tesla in samenwerking met Panasonic hun eigen batterijen. Andere bedrijven nemen deze werkwijze over. Zoals Volkswagen, die zeker gezien het dieselschandaal van enkele jaren geleden, een stap voor willen lopen in de groene transitie.
“Ze willen enerzijds hun eigen productiecapaciteit veiligstellen”, vertelt Kleijn. “Aangezien elektrisch rijden de toekomst is, zien we ook dat de beurswaarde van deze autofabrikanten omhoogschiet. En wie de grondstoffen bezit, bezit het kapitaal. En anderzijds zijn de autofabrikanten bang voor reputatieschade door verbonden te worden aan inhumane praktijken.”
Uit een rapport van de non-profit organisatie, Rights and Accountability in Development Limited (RAID), bleek namelijk dat ook bij de grootschalige mijnen, in handen van internationale mijnbedrijven, sprake was van de uitbuiting van Congolese werknemers. Uit 130 interviews bij vijf mijnbouwbedrijven kwam naar voren dat Congolezen zeer weinig betaald kregen terwijl er sprake was van een onveilige werkomgeving, geweld, discriminatie en extreem lange werkdagen zonder pauze.
Met name valt op in het rapport van RAID dat de Congolese werknemers, die onder door Chinees beheerde onderaannemers werkten, veel racisme, discriminatie en geweld ervoeren. Een Congolese werknemer bij Sicomines vertelde RAID het volgende: “Werknemers werden geslagen door de managers, toen zij weigerden onveilige taken uit te voeren. Chinese managers, die geen Swahili of Frans spreken, geven orders in het Mandarijn, maar de Congolezen begrijpen dit niet”.
Not in my backyard
Om als Europese Unie minder afhankelijk te zijn van de import van zeldzame grondstoffen is het European Raw Materials Aliance (ERMA) in 2020 in het leven geroepen. Binnen dit verband wordt gekeken of grondstoffen zoals lithium, grafiet en kobalt niet vaker in Europa te delven zijn.
Uit een rapport van ERMA blijkt dat Lithium ook in landen als Finland, Oostenrijk, Servië, Spanje, Tsjechië en Portugal kan worden gewonnen Deze plannen worden door de lokale bevolking niet met enthousiasme ontvangen. “Not in my backyard”, luidt hun reactie veelal. Want hoewel de winning van deze grondstoffen in Europa onze afhankelijkheidspositie verkleint, ontwricht het anderzijds ook het lokale landschap.
De grootste lithiummijn van Europa zou ontwikkeld worden in het Servische dorp Gornje Nedeljice. De bevolking en milieuorganisaties hebben wekenlang tegen het besluit geprotesteerd. Milieugroepen vreesden voor water- en milieuvervuiling in de Jadarvallei. Eind januari van dit jaar heeft de regering besloten de verleende vergunningvan het Brits-Australische mijnbedrijf Rio Tinto, alsnog in te trekken. Ook in Portugal leidden plannen voor lithiummijnen tot grote protestbewegingen en een lithiumproject nabij Montalegre is reeds stopgezet.
“Maar Nederlanders moeten natuurlijk wel die ene keer naar Zuid-Frankrijk. En dan wil je niet onderweg 5 uur stil staan om op te laden.”
Gedragsverandering
Vanwege de kostbaarheid van kobalt en de angst voor reputatieschade wordt er door autofabrikanten steeds meer gekeken naar andere chemische formules voor oplaadbare batterijen. Zo maakt Tesla voor zijn auto’s in China andere batterijen, lithium-ijzer-fosfaat in plaats van kobalt. “Enerzijds is dit in China de wetgeving, vanwege de brandveiligheid”, vertelt René Kleijn. “Maar het is ook gewoon veel goedkoper. Deze batterijen zijn daarentegen wel minder energiedicht, dus je hebt grotere batterijen nodig voor dezelfde range.”
In Europa zijn deze batterijen nog niet de norm. Volgens René Kleijn moeten we onszelf afvragen of we allemaal een auto met een range van 600km nodig hebben. “Maar Nederlanders moeten natuurlijk wel die ene keer naar Zuid-Frankrijk. En dan wil je niet onderweg 5 uur stil staan om op te laden.” Al worden oplaadbare batterijen steeds beter, voegt Kleijn toe. “Een Tesla kan je nu in een 15 minuten voor 50% opladen.
Hoewel technologische ontwikkelingen een oplossing bieden is dit, volgens antropoloog Marja Spierenbug, slechts kortetermijndenken. “Er zal over alle lagen van de samenleving een verandering van gedrag moeten plaatsvinden om onze uitstoot te verminderen. Om te voorkomen dat we na deze groene transitie niet met een nog grotere berg maatschappelijke problemen zitten opgezadeld, moeten we beseffen dat het niet een alleen een groene transitie betreft, maar ook een sociale transitie.”