De coronacrisis belemmert veel, ook de wetenschap. Hoe doe je bijvoorbeeld veldonderzoek als je het veld niet mag betreden? Tycho van der Hoog, promovendus bij African Studies Centre Leiden, weet hier alles van en zoekt alternatieven om zijn onderzoek toch op afstand voort te zetten.
Van der Hoog deed veldonderzoek in Namibië om de banden te onderzoeken tussen Noord-Korea en bevrijdingsbewegingen in zuidelijk Afrika. Deze situatie speelde zich af in de tweede helft van de twintigste eeuw toen de dekolonisatie van Afrika op gang kwam. Door deze relaties van destijds te begrijpen, wordt de huidige situatie duidelijker. Het veldonderzoek was van korte duur, want na een paar maanden werd hij teruggefloten door de komst van het coronavirus.
Ongeveer een jaar geleden was je in Namibië voor veldonderzoek voor je proefschrift. Waarom is het zo belangrijk om dat onderzoek op locatie te doen?
De bronnen die ik nodig heb, zijn alleen daar te vinden. Ik was in Namibië en stond op het punt om door te reizen naar Botswana om vervolgens naar Zimbabwe en Zuid-Afrika te gaan. Als je wil begrijpen hoe die relatie tussen Noord-Korea en de bevrijdingsbewegingen in zuidelijk Afrika tot stand zijn gekomen, dan moet je een blik naar binnen werpen door dáár in archieven te duiken. Door mensen te spreken die dat hebben meegemaakt, maar ook teksten, brieven, rapporten en foto’s zijn erg belangrijk. Het is echt een soort speurtocht. Via allerlei omwegen moet je kijken of je kan vinden wat je zoekt.
Toen sloeg het noodlot toe: door de coronacrisis moest je het veldonderzoek stoppen en teruggaan naar Nederland. Hoe zet je dan het onderzoek voort op zo’n afstand?
Ik heb eerst gekeken naar alternatieven, zoals digitale archieven consulteren of onderzoeksassistenten inhuren in die landen. Dit werkte niet voor het specifieke onderzoek dat ik doe. Toch heb ik er niet voor gekozen om mijn onderzoek helemaal om te gooien, omdat ik al anderhalf jaar ermee bezig was. Ik probeer nu om aan zoveel mogelijk informatie te komen vanuit hier. Ik heb bijvoorbeeld net een map gekregen van the Organisation of African Unity. Toevallig kende ik een man die zijn eigen proefschrift daarover heeft geschreven en hij wilde me wel kopieën sturen. Je wisselt informatie uit met elkaar. Zo stuur ik ook mijn archiefmateriaal door naar andere onderzoekers die hierom vragen.
Heeft deze onverwachte wending invloed op de resultaten van je onderzoek?
Ja. Ik vrees ervoor dat ik straks een proefschrift inlever dat veel minder op Afrikaanse en Koreaanse bronnen is gebaseerd dan ik wilde. Ik ben veel afhankelijker van Europese bronnen en dat was precies wat ik wilde voorkomen. In plaats van dat ik de Afrikaanse archieven ben ingedoken, is veel nu gebaseerd op nationale archieven uit Engeland. Ik ben er nu ook steeds meer van overtuigd dat mijn bronnen in Afrika liggen, dus ik hoop dat ik zo snel mogelijk weer weg kan hier.
En de Universiteit Leiden? Had zij deze situatie anders aan moeten pakken volgens jou?
Toen de crisis begon was het een goede beslissing om iedereen terug te roepen, maar ik vind het schandalig dat een jaar na dato de situatie nog hetzelfde is. Ik denk dat de universiteit na moet denken over een stappenplan om de situatie stapsgewijs aan te pakken. Ook kun je inhoudelijk kijken naar hoe de situatie in dat land zelf is. Mijn aanvraag naar Zuid-Korea is bijvoorbeeld afgewezen, terwijl het daar veiliger is dan in Nederland. We zitten nu al een jaar in de coronacrisis en we hebben nog steeds geen enkel idee wanneer we weer aan de slag kunnen.