Allergenen op voedseletiketten worden op onduidelijke en uiteenlopende manieren weergegeven. Dit blijkt uit recent onderzoek van TNO-onderzoekster Marty Blom in samenwerking met UMC Utrecht en Universiteit Utrecht. Bij aanbevelingen voor een nieuw, eenduidig productlabel ontdekten zij dat er een stap ontbreekt in de regelgeving van de Europese Unie, met gevolgen voor de allergische consument.
Wet (EU) 1169/2011 speelt een belangrijke rol in de manier hoe bedrijven de aanwezigheid van allergenen in hun voedselproducten moeten duiden. Wat zijn de belangrijkste onderdelen van dit overheidsbesluit?
“De EU-regelgeving is erop gericht dat er eerlijke en betrouwbare informatie op het voedseletiket komt. Daar is een reglement voor opgesteld met welke informatie over het product vermeld moet worden, zoals welke (allergenen)ingrediënten in het product aanwezig zijn en hoeveel product er in een verpakking zit. Daarnaast moet er bijvoorbeeld informatie over de herkomst van het product op het label staan en hoe je het moet klaarmaken. De verplichte informatie wordt voor de uitvoerende producent op een rijtje gezet, zodat hij weet welke informatie op het label moet komen.”
Daarnaast is er niet-verplichte informatie, zoals Precautionary Allergen Labelling (PAL): consumenten waarschuwen dat een allergeen mogelijk in een product zit. Waarom is deze kennis niet wettelijk vastgelegd?
“Dat is een grote vraag. Ik denk dat het historisch zo gegroeid is, maar daar ben ik niet bij betrokken geweest. Ik weet dat sinds 2003 in de Europese Unie is vastgelegd dat de ingrediënteninformatie over allergenen op het etiket vermeld moet worden. De niet-verplichte PAL-informatie is de volgende te nemen horde. Dit zorgt er nu namelijk voor dat mensen veel onverwachte allergische reacties krijgen. Wij zouden ervoor willen pleiten dat daar stappen in EU-verband worden gezet: wanneer zet je informatie wel op het etiket en wanneer niet?”
Uit eerder onderzoek blijkt dat allergische consumenten de voorkeur geven aan een aparte allergenensectie op een voedingsetiket. Dit is binnen de Europese Unie verboden. Hoezo?
“Als je iets in de ingrediëntenlijst vermeldt en daarnaast ook in een aparte allergenensectie, zou je daarin fouten kunnen maken. Als de ingrediëntenlijst verandert, moet je ook die sectie veranderen. Wij hebben het onderzoek vanuit communicatieoogpunt aangevlogen. Als je communiceert dan is het groeperen van informatie die voor jou als allergische patiënt belangrijk is, de beste oplossing. Maar aan de andere kant is het een voedingsproduct en geen medicijn. Daar moet een balans in gevonden worden.”
In hoeverre denkt u dat de productetiketten de komende jaren zullen veranderen?
“Met de bewustwording van ons onderzoek en de communicatie daarover, is een belangrijke stap gezet. Het probleem is wel eerder in artikelen genoemd en er is een EU-project geweest waarin dit ook naar voren kwam, maar het is altijd iets van de lange adem. Ik weet niet of het op dit moment op de agenda staat van de Europese Unie, maar wel van patiëntenverenigingen die bij de EU-commissies lobbyen. Je zult kleine stapjes moeten zetten om het onder de aandacht te blijven houden.”
Hoe kan vervolgonderzoek daaraan bijdragen?
“Wij zijn met twee vervolgonderzoeken bezig. Het een is gericht op de communicatie van de PAL en hoe die wordt geïnterpreteerd door allergische consumenten. Het andere onderzoek focust zich op producenten: welke risico-inschatting doen zij wat betreft allergenen en hoe komen zij tot de keuzes die ze maken voor de communicatie op het etiket? Uiteindelijk geven wij zo hopelijk een totaalpakket met handvaten aan de overheid om het label aan te passen.”