achtergrondartikel
Uitdagingen voor daklozen in de coronacrisis
23 - 05 - 2020
Anande Schot
Student Journalistiek en Nieuwe Media

Het nieuws staat er vol mee: onrust over intensive care, zorgmiddelen en risicogroepen. Ook de risicogroep op straat moet veiliggesteld worden. Dit brengt zo zijn uitdagingen met zich mee.

Hoe wordt in Nederland omgegaan met het veiligstellen van daklozen in tijden van corona? Naast ouderen, mensen met een hartziekte of diabetes, zijn ook daklozen een belangrijke groep waar rekening mee moet worden gehouden. Daklozen leven grotendeels op straat en kunnen het virus daardoor gemakkelijk aan elkaar overdragen. Ook de hygiëne is bij deze groep vaak onvoldoende, waardoor het virus gemakkelijk verspreidt.

Het is vandaag de dag dan ook noodzakelijk ervoor te zorgen dat daklozen goed worden opgevangen. Maar hoe is dit mogelijk als we kijken naar bijvoorbeeld de richtlijn van het RIVM om anderhalve meter afstand te houden? De opvanglocaties zitten overvol, en bovendien brengt het samenbrengen van mensen die minder stabiel zijn (zowel psychisch als mentaal) meer problemen met zich mee.

Richtlijnen

Het ministerie van Volksgezondheid heeft in maart 2020 een richtlijn voor de opvang van daklozen samengesteld. Hierin is de manier waarop de opvang van daklozen georganiseerd moet worden tijdens de coronacrisis vastgesteld. Zowel opvangorganisaties en gemeenten moeten deze richtlijn gebruiken om daklozen zo goed mogelijk op te vangen en het risico op besmetting zo klein mogelijk te houden. De richtlijnen spitsen zich toe op de opvang, wat te doen bij gezondheidsklachten en hoe de veiligheid van medewerkers gewaarborgd kan worden.

Eveline Kooiman is regio manager bij het Leger des Heils in Den Haag en zit met haar neus bovenop de extra maatregelen die worden genomen bij het opvangen van de daklozen. Zij ziet moeilijkheden in de richtlijnen van het RIVM, hoe noodzakelijk deze ook zijn:

‘We moeten kijken hoe we de anderhalve meter afstand regel zoveel mogelijk kunnen waarborgen, en ondertussen zoveel mogelijk hulp bieden. Dit is erg lastig, al helemaal als je kijkt naar het budget dat hiervoor beschikbaar is. De coronacrisis heeft er bij veel gemeentes financieel ingehakt. Deze moeten zelf keuzes maken over waar het geld heengaat. Het is daarom nog erg spannend hoeveel hiervan wordt gestoken in het huisvesten van de daklozen.’

Omdat er nu minder mensen met elkaar in een slaapruimte kunnen zijn, heeft het Leger des Heils in Den Haag in samenwerking met de gemeente de opvang uitgebreid door hotels af te huren waarin de daklozen worden opgevangen.

Eerder onderzoek

Het opvangen van de daklozen blijkt dus zeker een uitdaging in deze crisistijd. Daarnaast is het belangrijk de daklozen ook van medische zorg te voorzien. Prof. Dr. Maria van den Muijsenbergh is huisarts en hoogleraar gezondheidsverschillen en persoonsgerichte integrale eerstelijnszorg. Zij richt zich op kwetsbare groepen, waaronder ook daklozen. In samenwerking met Radboudumc Nijmegen en de Nederlandse Straatdokters Groep (NSG) heeft zij in 2018 een rapport uitgebracht. Hierbij is gekeken naar de gezondheid en behoefte aan ondersteuning van daklozen in Nederland.

Het rapport wijst uit dat de huidige sociaal-medische zorg voor daklozen aan een update toe is. De grote verschillen die er nu bestaan tussen het beleid, de financiering en de organisatie van sociaal medische zorg voor daklozen moet worden verkleind. Noodzakelijk hiervoor zijn passende voorzieningen, structurele samenwerking en de betrokkenheid van de huisarts.

Medische zorg

Er komen een aantal obstakels om de hoek kijken als we het hebben over de gezondheid van daklozen. Zo hebben ze bijvoorbeeld geen geld voor zelfmedicatie en kunnen ze moeilijk binnen blijven als ze de sterke behoefte voelen om drugs te halen. Verder hebben ze vaak geen vervoer om naar de huisartsenpost of naar het ziekenhuis te gaan. Ook staan daklozen vaak niet ingeschreven bij een huisarts. Ze kunnen hierdoor niet de zorg krijgen die ze nodig hebben.

Tijdens coronatijd kunnen patiënten die mogelijk besmet zijn met het virus naar een speciaal daarvoor ingesteld coronaspreekuur gaan. Voor andere klachten ontvangen patiënten de zorg als gebruikelijk, maar nu eerst via de telefoon. Dit is problematisch bij daklozen. ‘De meesten hoesten eigenlijk altijd, door bijvoorbeeld het vele roken of slechte gezondheid, en vinden het vaak erg lastig om klachten goed te beschrijven. Artsen moeten hen vaker toch persoonlijk onderzoeken en loper dus grotere risico’s’, aldus van den Muijsenbergh.

Nederland zal (ook) door de dakloze bevolking voor uitdagingen komen te staan in deze coronacrisis. Het is geen makkelijke kwestie. Naast het basisonderzoek en de richtlijnen, is het nu zaak om verder te onderzoeken hoe in deze tijden van crisis het beste kan worden omgegaan met daklozen. ‘We gaan onderzoeken hoeveel daklozen ziek worden en welke zorg ze krijgen – dat is nu nog onbekend’, aldus van den Muisjenbergh.

23 - 05 - 2020 |
Anande Schot
Student Journalistiek en Nieuwe Media