achtergrondartikel
Uit de kast komen als atheïst: het moet in de VS
14 - 05 - 2020
Nienke Groenewoud
Student Geschiedenis, minorstudent Journalistiek en Nieuwe Media

Eén hand op de Bijbel en een belofte aan het hele land dat je je taken goed zal uitvoeren: het is onderdeel van elke presidentiële inauguratie in de Verenigde Staten. Het is een klein symbool, maar het laat zien hoe belangrijk het christendom is in de VS. Is er in een land waar het geloof in God heerst plek voor atheïsten?

Als je in Nederland vertelt dat je geen geloof hebt, zullen er vrij weinig omstanders zijn die je gek aankijken. Niet zo heel vreemd ook. In 2018 maakte het Centraal Bureau voor Statistiek bekend dat bijna de helft van de Nederlanders, zo’n 48 procent, niet-religieus, agnost of atheïst is. In de Verenigde Staten is dat heel anders. Daar kwam in 2019 zo’n 4 procent van de Amerikanen ervoor uit atheïst te zijn en gaf 5 procent toe zichzelf als agnost te beschouwen. Dat zijn compleet andere cijfers. Op het eerste gezicht lijkt het alsof er gewoon weinig niet-religieuzen in de VS wonen, maar de werkelijkheid is iets minder rooskleurig. Atheïsten maken deel uit van een grote minderheid in Noord-Amerika, die niet altijd op een gelijkwaardige manier wordt behandeld.

Vliegend Spaghettimonster, foto Johnida Dockens, Flickr
Vliegend Spaghettimonster, foto Johnida Dockens, Flickr

Vliegend Spaghettimonster
De Amerikaanse Jerod Clapp (34) woont in Jeffersonville, Indiana en is openlijk atheïst. “Als ik eerlijk ben tegen mezelf, ben ik al een atheïst sinds ik een tiener was. Toen ik ging studeren en les kreeg over filosofie, heb ik een sterkere mening gevormd.” Clapp kwam vijf jaar geleden ‘uit de kast’ door zijn status op Facebook te veranderen van ‘religieus’ naar ‘atheïst’. Hij schreef er ook een uitgebreid bericht over op zijn eigen pagina. “Mijn familie schrok”, vertelt hij. “Veel mensen vertelden me dat ze voor me zouden bidden en het was duidelijk dat familieleden en vrienden zich zorgen maakten.”

Gelukkig kreeg hij ook veel positieve reacties. Deze kwamen van collega’s, maar verrassend genoeg ook van vreemden. “Ik heb een sticker van het Vliegende Spaghettimonster op mijn auto. Mensen in Jeffersonville plakken vaak een ichthus-sticker op die van hen. Ik vond dat als zij dat mogen doen, ik ook mijn standpunt kan laten zien. In een drive through kreeg ik een kop koffie van een vreemde, omdat hij het zo gaaf vond dat ik ervoor uitkwam een atheïst te zijn.”

Toch kijkt Clapp wel uit wie hij het wel of niet vertelt. “Ik houd er rekening mee dat mensen vooroordelen hebben. Een lid van mijn schoonfamilie reageerde verrast, “omdat ik zo aardig was”. Hij had niet door dat het een het ander niet uitsluit.”

Wantrouwen
Het is niet uitzonderlijk dat woorden als ‘onaardig’ en ‘gemeen’ geassocieerd worden met atheïsten in de VS. De 22-jarige Christy King (haar echte naam is bekend bij de redactie) komt uit Huntsville, Alabama. “Ik ben nu al een tijdje openlijk atheïst”, vertelt ze. Toen King drie jaar geleden ‘uit de kast kwam’ bij haar moeder, had deze veel moeite om het te accepteren. “Haar vader was atheïst en haar moeder was gelovig, dus ze heeft veel ruzies over religie gehoord toen ze jonger was. Mensen worden heel emotioneel als hun standpunten bekritiseerd worden, dus er was veel geschreeuw. Mijn moeders idee van atheïsten is dan ook dat ze vooral gemeen en boos zijn, dus ze verwachtte dat ik ook zo zou worden.”

De Amerikaanse psycholoog Will Gervais heeft al meerdere stukken geschreven over de perceptie van Amerikanen op atheïsten. In 2011 ontdekte hij aan de hand van verschillende tests dat er één gevoel centraal staat bij het idee van atheïsten: wantrouwen. Zo werd de testpersonen een scenario voorgelegd waarbij iemand hun auto had beschadigd en geen briefje had achtergelaten. De vraag was of deze persoon een christen, een moslim, een verkrachter of een atheïst was. Een duidelijk antwoord: het was de atheïst.

Gervais kwam erachter dat voor veel Amerikanen ‘geloof’ gelijk staat aan betrouwbaarheid. Mensen die geen geloof hebben of het bestaan ervan ontkennen, hebben volgens religieuze Amerikanen geen morele of ethische principes. Daarom worden atheïsten als onbetrouwbaar gezien. Met dat gegeven klinkt het minder vreemd dat maar 45 procent van de Amerikanen bereid is om op een atheïstische presidentskandidaat te stemmen, of dat een groot deel van hen niet wil dat hun zoon of dochter met een atheïst trouwt.

“Ik ben zelf opgevoed als christen, maar ik heb nooit moeite gehad met mensen die anders geloven dan ik”, vertelt King. “Toen ik studeerde, was het ook geen punt als ik met iemand datete. Zelf had ik relaties met christenen, agnosten en atheïsten.” Haar huidige vriend is christelijk en een Republikein. “Zelf ben ik Democraat, dus soms is het moeilijk, maar over veel dingen zijn we het eens. We proberen elkaar niet te beïnvloeden, omdat we vinden dat religie iets persoonlijks is.”

Buitengesloten
Uit cijfers blijkt dat de geestelijke gezondheid onder Amerikaanse atheïsten minder sterk is dan bij gelovige Amerikanen. Melanie Brewster deed hier al meerdere keren onderzoek naar en ondervond dat er verschillende oorzaken zijn voor de kelderende mentale weerbaarheid. Zo houden veel atheïsten hun standpunt over religie geheim. “Het verbergen van een deel van wie jij bent, heeft veel effect op je geestelijke gesteldheid”, concludeert Brewster. Daar komt bij dat je als atheïst wordt buitengesloten van verschillende activiteiten binnen een gemeenschap, die vaak door religieuze groepen worden georganiseerd. Dit soort bijeenkomsten zorgen vaak voor een vermindering van stress, waar de atheïsten op zo’n moment geen gebruik van kunnen maken.

Clapp woont in Indiana, een conservatieve en christelijke staat. “Mensen zijn hier over het algemeen vrij gelovig”, vertelt hij. “Dit gedeelte van het land valt nog net onder de Biblebelt van de VS. Het is niet bijzonder als je een religieus reclamebord voorbij ziet komen. Ze worden gefinancierd door extreme stromingen hier in de buurt.”

Onlangs verhuisde Clapp naar een nieuwe buurt en in zo’n situatie is hij vrij gesloten over zijn mening. “Ik ben altijd bang voor de vraag “Waar ga je naar de kerk?”, omdat ik me dan afvraag hoe iemand reageert als ik zeg dat ik niet geloof. Ik weet niet wat voor effect mijn standpunt heeft op het leven van mijn zoon. Ik heb het nog niet meegemaakt, maar ik maak me zorgen dat andere ouders hun kinderen niet met hem laten spelen, omdat ik en mijn vrouw atheïst zijn.”

“Ik denk dat atheïsten geluk moeten hebben met waar ze wonen. Over het algemeen worden we in middelgrote en grote steden hetzelfde behandeld als anders, maar in kleinere steden en dorpen heb je die garantie minder. Ik zou zelf niet naar bepaalde delen van het land gaan, zoals Alabama, en van de daken schreeuwen dat ik atheïst ben. Dat is daar een stuk moeilijker.”

Juist meer acceptatie
De vraag waarom de Verenigde Staten zo christelijk zijn en waarom de gemiddelde Amerikaan een afkeer heeft van atheïsten, vinden Clapp en King allebei moeilijk. “Misschien is het omdat de VS altijd zo religieus is geweest. Toen ik jonger was, was christelijk zijn de enige manier van leven voor mij,” vertelt Clapp. “Veel Amerikanen zijn opgegroeid in een gelovig huishouden. Ons wordt verteld dat we ‘een christelijk land’ zijn, en zo zien we het nu eenmaal.”

Damian Pargas, historicus aan de Universiteit Leiden, vindt dat de oorzaak niet ligt in een heel ver verleden. “Religie in Amerika heeft veel eb en vloed gekend. Iedere generatie is anders omgegaan met religie en heeft te maken gehad met verschillende sociale trends.” Volgens hem is het ‘religieuze Amerika’ waar wij vandaag de dag aan denken vooral het Amerika van de naoorlogse jaren. “Met de Koude Oorlog was er een opleving van het geloof. Het was een globale kruistocht tegen het ‘atheïstische’ communisme. Dat stond synoniem aan elkaar in de jaren vijftig.”

Na de aanval op de Twin Towers was er een opleving in het geloof, als moderne kruistocht tegen de islam. Nu ziet Pargas een omslag. “Tijdens de jaren van Barack Obama was er weer een backlash tegen ultrareligieuze politiek, omdat George Bush volgens veel Amerikanen te ver ging in zijn menging tussen geloof en staat. Er is juist meer acceptatie gekomen van atheïsten.”

Die zogenaamde acceptatie is niet bij iedereen te merken, vindt King. “Ik merk dat mensen bang zijn. Ze denken dat we slecht zijn, omdat dat hen wordt geleerd in de kerk. Angst is een sterk wapen, maar als we mensen onderwijzen over de aard van het atheïsme, kunnen ze zien dat we echt niet allemaal gemeen en bitter zijn.”

Foto credits: Science Fish – Steve Rainwater (Flickr, CC BY-SA 2.0); Vliegend Spaghettimonster – Johnida Dockens (Flickr, CC BY-NC-ND 2.0)

14 - 05 - 2020 |
Nienke Groenewoud
Student Geschiedenis, minorstudent Journalistiek en Nieuwe Media