“Akoestisch element: een ear-opener”

26 - 04 - 2019 ► 08:45



Het onlangs gerestaureerde Leidse universiteitsgebouw, P.J. Veth, is de thuisbasis van onder meer de Academy of Creative and Performing Arts. In deze strak gestileerde omgeving bevindt zich op de eerste verdieping het kantoor van Marcel Cobussen (57), hoogleraar auditieve cultuur en muziekfilosofie. “Helaas heeft de architect in de ontwerpfase van deze restauratie geen gebruik gemaakt van onze expertise. De akoestiek in het kantoor laat nogal wat te wensen over.” Cobussen wil meer aandacht voor de geluidsbalans en dan vooral in publieke ruimten en stedelijke omgevingen. Het ‘soundscapen’ van een stedelijke leefomgeving.

Wat houdt auditieve cultuur en muziekfilosofie in het kort in?

“Muziekfilosofie houdt zich bezig met vragen zoals wat is muziek en welke kennis en ervaringen genereert muziek. Bij auditieve cultuur bestuderen wij hoe mensen zich auditief tot geluiden verhouden. De geluiden om ons heen doen iets met ons. Denk maar eens aan het geluid van een scooter. Wat mij vooral bezighoudt, is dat het auditieve element bijna geen rol speelt in de ontwikkeling van publieke ruimten en stedelijke omgeving. Alleen als geluid als negatief wordt ervaren, overlast dus, is er wel aandacht. Door bewust te luisteren naar omgevingsgeluiden word je minder veroordelend over geluid.”

Foto: Fiona Pluimgraaff

Foto: Fiona Pluimgraaff

In Naturetoday spreekt u over een ‘soundscape-benadering’. Wat moeten wij ons voorstellen bij ‘soundscaping’?

“Je kunt geluiden benoemen in de vorm van toonhoogte, lengte, is het er snel of komt het langzaam op. ‘Soundscape’ wil zeggen dat wij ons altijd in een auditieve ruimte bevinden. Het gaat om de interactie tussen omgeving, mens en geluid oftewel de sonische ecologie. Binnen deze interactie komt ‘soundscape’, een auditieve ruimte, tot stand. ‘Soundscaping’ is een dynamisch begrip. Het duidt aan dat je als persoon aan het werk bent met de geluiden binnen de auditieve ruimte. Iedere persoon heeft een eigen beleving van geluid en elke ruimte heeft zijn eigen ‘geluidschap’. Door de bron van geluiden te traceren en bewust om te gaan met geluid, ga je je anders verhouden tot geluid.”

Maar hoe wordt deze bewustwording omgezet in een concrete aanpak?

“Je probeert met ontwerpers en architecten in de startfase uit te zoeken wat de wensen zijn voor de betreffende ruimte. Er is vaak een verschil van mening tussen gemeente en bewoners over de invulling. Ik leg ze uit hoe je de gewenste ideeën het beste kunt faciliteren. Je kunt de functie van zo’n ruimte auditief sturen door akoestische ingrepen en door het gebruik van bepaalde materialen. Als een plein bedoeld is om rustig te kunnen praten dan raad ik een fietspad van grind af. Andere concrete ingrepen zijn de beplanting, het aanbrengen van hoogteverschillen of de keuze voor bepaald meubilair. Mijn pleidooi is om bij de inrichting (geluids)kunstenaars in te zetten omdat zij het functionele verbinden met het esthetische.”

Welke ideeën heeft u over akoestische elementen in een stedelijke omgeving?

“Ik zou de muurgedichten in Leiden graag willen uitbreiden met een akoestieke component. Bij een muurgedicht kan een QR-code komen zodat je het gedicht kunt beluisteren. Dit versterkt de beleving van zo’n gedicht. Daarnaast hebben wij plannen voor een geluidswandeling door de stad met bijvoorbeeld een podcast. Door geluid gaan de dingen meer spreken. Niet alleen het oog maar ook het oor is belangrijk. Mensen onderschatten de invloed van geluid op hun beleving van de omgeving. Gelukkig komt er steeds meer platform voor het belang van het akoestisch element. En dat is een belangrijke ‘ear-opener’.”

Fiona Pluimgraaff



Geen reacties mogelijk.

artikelen van Fiona Pluimgraaff:
Het nut van nudging
Jonge Ritalin-gebruikers later aan antidepressiva
“Akoestisch element: een ear-opener”