achtergrondartikel
Iran is in beweging, maar weet nog niet waarheen

Rond de jaarwisseling is het onrustig in ongeveer 100 steden in Iran. Het is niet langer de vraag of er veranderd moet worden, maar op welke manier. Zal het land zich geleidelijk hervormen, of komt er een ander regime? Vanuit Nederland volgen twee socialewetenschappers de ontwikkelingen met spanning. ‘Er kan in Iran eigenlijk veel meer dan we denken. Natuurlijk is het een autoritair regime, maar het is een redelijk open autoritair regime, zolang het zich niet bedreigd voelt.’

Het zijn interessante tijden voor Ali Honari, socioloog aan de VU, en Peyman Jafari, politicoloog aan de UvA. Honari, onderzoeker naar de rol van social media in sociale bewegingen, was in 2009 activist in de ‘Groene Beweging’, een omvangrijke hervormingsbeweging. Tijdens zijn studietijd in Nederland bleek dat hij niet meer terug kon naar Iran. Jafari is in 1987 samen met zijn ouders het land ontvlucht en doet nu onderzoek naar sociale vernieuwing in Iran.

Onvrede uiten op straat

In Iran is het al jarenlang heel normaal om onvrede op straat te uiten. Dat we daar zo weinig van weten, wijt Honari aan de media: ‘Aandacht in de media komt pas als er tienduizenden mensen protesterend de straat op gaan. Als je kijkt naar de periode tussen 2009 en nu, dan zie je dat er heel veel protesten zijn geweest, iedere dag weer, met steeds weer andere sociale groepen, andere eisen en soms zelfs recht voor de deur van het parlement.’

In de huidige protesten ontbreken een duidelijke leider en een duidelijk centrum. Er zijn minder mensen op straat dan bij eerdere onrusten, maar het protest is breder dan ooit. Honari: ‘Steun en afwijzing zijn nu zeer divers, van plattelandsbewoners tot in de hoge klassen’.

Jafari onderscheidt economische, politieke en ecologische redenen om te gaan demonstreren. Een in Iran uitgevoerde peiling laat zien dat de meerderheid van de bevolking vooral economische verlangens heeft: ze wil dat de regering de financiële en bureaucratische corruptie in Iran beter bestrijdt; voorkomt dat de voedselprijzen en de benzineprijs stijgen en de subsidies niet verlaagt. Als grootste problemen noemen de respondenten de (jeugd)werkloosheid (49%), de inflatie en de hoge kosten voor levensonderhoud. Jafari vult aan dat er grote ecologische problemen zijn, zoals zandstormen en watertekorten.

De sancties vanuit de VS en Europa dragen aanzienlijk bij aan de slechte economische situatie. De bevolking verwachtte verbeteringen met de verkiezing van de gematigde president Rohani, maar die zijn tot nu toe uitgebleven, mede door interne onenigheid in de regering tussen Rohani en de conservatieve geestelijk leider Khamenei. Dat leidt in de bevolking tot teleurstelling en onvrede.

Meer over de achtergronden:

Veranderen

Verandering is hard nodig. Maar hoe? Zowel Honari als Jafari onderscheiden gematigde en radicale hervormers. De bevolking is over het algemeen voorstander van gematigde, geleidelijke hervormingen, evenals een deel van de conservatieven in de regering. Zij zijn vooral om pragmatische redenen voorstander van verandering, omdat ze begrijpen dat het steeds verder opvoeren van de druk op de bevolking tot uitbarstingen kan leiden. En uiteindelijk tot de val van het regime en de eigen positie. ‘Het nieuwe is nu’, zegt Jafari, ‘dat ook aan de top van het regime erover wordt gediscussieerd dat het zo niet verder kan, want de crises zijn veel te groot.’

Andere conservatieven rondom de geestelijk leider Khamenei blokkeren iedere mogelijke hervorming. Maar hoe langer zij hervormingen tegenhouden, hoe gevaarlijker dit voor hen is. Het is een kwestie van timing: staan de religieuze leiders te snel hervormingen toe, dan lopen ze het risico weggestuurd te worden. Wachten ze te lang, dan kan het voor hen te laat zijn. Voor Jafari is het de spannende vraag of de hervormers weten door te zetten, ondanks de conservatieve weerstand. Kunnen zij gecontroleerd hervormingen tot stand brengen, ‘voordat er een enorme uitbarsting komt, waardoor je het niet meer onder controle hebt?’

Honari: ‘Het is belangrijk enkele principes te hebben in de verandering, om onafhankelijk, tolerant en niet gewelddadig te zijn. De morele politiek moet leidend zijn. Dus: het gaat niet om de verandering, maar het gaat om de manier waarop tot verandering gekomen gaat worden. Het proces van veranderen is belangrijk.’

Ook Honari ziet beweging aan de top, bijvoorbeeld in de reactie op de vrouwenprotesten tegen de verplichting een sluier te dragen. De huidige reactie is veel gematigder dan bij eerdere protesten. De overheid heeft geleerd dat zware repressie veel geld kost en bovendien tot een enorme afkeer van de overheid leidt. Daarom gaat de politie nu vaker in gesprek met de demonstranten en arrestaties duren korter.

Revolutie 

Een kleinere groep radicale hervormers, vooral in het buitenland, streeft naar het einde van het huidige islamitische regime. Maar de meeste inwoners zien niets in een dergelijke revolutie, met de herinnering aan de Islamitische revolutie van Khomeini (1979) nog vers in het geheugen. Voor hen is dat een oplossing die het land tot een speelbal van het buitenland zal maken en Iran ernstig zal schaden. Jafari verwacht dan ook niet dat het zover zal komen.

Vermoedelijk dus geen revolutie, maar wat dan wel? Honari en Jafari zien beide een steeds sterker wordende beweging in de bevolking, die van onderaf hervormingen organiseert. Deze weg der geleidelijkheid biedt volgens hen de meeste kans op maatschappelijke verandering. Daarnaast zullen de protesten in de bevolking door blijven gaan, waardoor de druk op de regering blijft.

Alle kleine veranderingen zijn van grote betekenis: ‘Op het moment dat mensen het iets beter krijgen, hebben ze ook meer zuurstof om aan politieke activiteiten te doen’, zegt Jafari, ‘Mensen moeten het gevoel hebben dat ze invloed kunnen uitoefenen. Dat gaat meestal beter als ze kleine overwinninkjes boeken, waardoor ze het zelfvertrouwen krijgen om nog meer eisen te stellen.’

Honari: ‘In Teheran zijn nu advertenties tegen het lastigvallen van vrouwen te zien, een erg radicale, liberale manier van campagnevoeren, die de steun krijgt van de burgemeester van Teheran. De conservatieven zijn natuurlijk tegen deze manier van campagnevoeren, maar die wordt nu wel gesteund door de overheid.

Zowel Honari als Jafari volgen dagelijks zoveel mogelijk media, deskundigen, onderzoekers en opinieleiders. Anders dan in 2009 is dit niet langer gevaarlijk. Honari: ‘Het niveau van surveillance en repressie is duidelijk afgenomen. De mensen zijn blij, ze hebben niet meer het idee dat ze geobserveerd worden. Het is nu heel makkelijk om met mensen over hun politieke opvattingen te communiceren.’

Steun vanuit de social media

Honari onderzoekt de rol van social media in de sociale bewegingen in Iran. Hij stelt vast dat inzet en rol in de laatste jaren zijn veranderd. De groep die toegang heeft tot internet en messagesystemen en daarmee tot politiek nieuws is enorm toegenomen. Social media zijn daardoor een belangrijke factor in het alledaagse verzet.

Een door de Iranian Students Polling Agency (ISPA) uitgevoerde enquête laat zien dat sinds de vorige peiling (2016) zowel het gebruik van het messagesysteem Telegram als van Instagram omvangrijk is en nog steeds groeit. Facebook wordt nauwelijks gebruikt. Ruim de helft (60%) van de inwoners boven de 12 jaar, gebruikt minstens één social network. Tussen de 18 en 29 jaar geldt dit zelfs voor 80%. De gebruikers zijn vooral de stedelijke, hoogopgeleide inwoners, maar zij zijn zeker niet de enige. Ongeveer een kwart woont op het platteland.

De overheid faalt in haar pogingen toezicht te houden; de bevolking gaat gewoon door met het verspreiden van boodschappen, filmpjes en foto’s via de eigen netwerken en via YouTube. Honari: ‘Soms ontvang ik politieke boodschappen van mensen die ik niet ken, want veel berichten worden geforwarded.’

Honari concludeert dat de manier waarop mensen op repressie reageren belangrijker is dan de manier waarop de repressie wordt uitgevoerd. Mensen zijn immers vindingrijk gebleken in het omzeilen van door de overheid geïnstalleerde filters en blokkades. Dit is een nieuwe ontwikkeling: eerder had je nieuwsproducenten en ontvangers. Nu zijn de ontvangers van het nieuws tegelijkertijd ook producenten en actief in het verspreiden ervan.

Zelfstandig handelende burgers

In de sociologie duidt dit op ‘agency’: mensen zijn in staat zelfstandig te handelen. Honari: ‘Besef dat alle Iraniërs, in de oppositie of niet, ‘agency’ hebben. Zij kunnen handelen, ondanks door de autoriteiten opgeworpen belemmeringen.’ Jafari trekt dit breder: ‘In Iran zijn tienduizenden mensen met kleine kwesties bezig. Bijvoorbeeld over bomen die in hun buurt gekapt worden, over gebrek aan water, over luchtvervuiling in Teheran. Dat laat zien dat al die mensen proberen zelf in actie te komen, tegen alle beperkingen in.’

Jafari: ‘Er is in Iran natuurlijk ook armoede, zoals overal. Wat hebben mensen nu gedaan? Ze hebben muren van liefdadigheid gecreëerd. Een muur op straat waaraan je kleren kunt ophangen voor mensen die het nodig hebben, die kunnen ze daar ophalen. Mensen proberen elkaar te helpen, om er, ondanks alle moeite, ook hoop in te brengen.’

Uiteindelijk zal de grotere maatschappelijke verandering uit een veelheid van kleine kwesties gaan ontstaan, is de hoop van Honari en Jafari. Jafari besluit: ‘Er kan in Iran eigenlijk veel meer dan we denken. Natuurlijk is het een autoritair regime, maar het is een redelijk open autoritair regime, zolang het zich niet bedreigd voelt. Het is belangrijk om beide kanten van het verhaal te zien. Te zien dat er ruimte is, maar dat die ruimte ook beperkt is. Ik zeg: het is een tegengesteld systeem, vol contradicties. Maar die tegenstellingen creëren openingen, zie het als scheurtjes in een muur. Als je die scheurtjes vindt, dan kun je met je hamer op die scheurtjes slaan totdat de hele muur valt. Maar het heeft geen zin om te denken: ‘Okay, dan ga ik me maar tegen die muur aangooien’, want dan valt niet die muur om, maar dan val je zelf. Dus je moet die scheurtjes vinden, om dáár druk uit te oefenen.’

Meer zien? Kijk het Special Report Inside Iran

05 - 04 - 2018 |
Corian Messing