carrousel
Sociale transitie werkt bij transgenderkinderen

Kinderen die als het andere geslacht door het leven gaan, lopen geen groter risico op depressie dan hun leeftijdsgenoten. Dat blijkt uit een recent verschenen studie in het American Academy Journal of Child and Adolescent Psychiatry. 

De mentale gezondheid van transgenders is een groot probleem: zo onderneemt deze groep ongeveer negen keer zo vaak een zelfmoordpoging. Nu blijkt sociale transitie, waarbij kinderen als het andere geslacht door het leven gaan, deze problemen grotendeels op te kunnen lossen. De onderzochte kinderen die zo’n transitie al hebben doorgemaakt, bleken geen hogere mate van depressie en angstgevoelens aan te geven vergeleken met hun leeftijdsgenoten. Al deze kinderen met genderdysforie hadden de volledige steun van ouders en droegen al kleding die past bij hun nieuwe geslacht. Dit suggereert dat genderdysforie niet per definitie gelinkt is aan psychische problemen: de problemen binnen de transgendergemeenschap zijn grotendeels te verhelpen.

Steun
Thomas Steensma, psycholoog bij het Kennis- en Zorgcentrum voor Genderdysforie van het VUmc, is positief over de studie. “Er is in ons vakgebied een groot tekort aan onderzoek”, aldus Steensma. “We hadden al verwacht dat door het leven gaan in een genderrol die bij transgenderkinderen past, een positief effect heeft op hun psychische gezondheid.” Helaas kan Steensma nog niet definitief concluderen dat alleen de sociale transitie verantwoordelijk is voor de afname van psychische klachten. “Dit onderzoek laat echter wel zien dat transgenderkinderen, met steun van de buitenwereld, net zo goed functioneren als hun leeftijdsgenoten.”

Controversieel

Het laten transitioneren van jonge kinderen is echter een gevoelig onderwerp, stelt emeritus hoogleraar medische psychologie Peggy Cohen-Kettenis. In Nederland is het vanaf twaalf jaar toegestaan puberteitsremmers te nemen, waarna op 16-jarige leeftijd kan worden begonnen met hormoonbehandeling, en uiteindelijk op 18-jarige leeftijd eventuele operaties toegestaan zijn. “Slechts een klein deel van de kinderen met transgendergevoelens blijkt namelijk ook nog na de puberteit transgender, waardoor je in een dilemma terecht komt: enerzijds wil je een kind niet te vroeg en onnodig in de richting van een sociale transitie sturen, anderzijds wil je voorkomen dat een toekomstig transgender te weinig kansen krijgt om zich als kind te uiten zoals hij of zij zich voelt.”

11 - 05 - 2017 |
jornprovoost