carrousel
‘De wetenschapper zou voor God willen spelen’

Mensen vinden wetenschappers niet slecht, maar denken wel dat zij in staat zijn tot immoreel gedrag. Dat is de conclusie van Bastiaan Rutjens, psycholoog aan de Universiteit van Amsterdam. Samen met een Amerikaanse collega deed hij onderzoek naar het beeld dat mensen hebben van wetenschappers. ‘Het imago van wetenschappers is kil en robotachtig.’

Waarom wilde u dit onderzoeken?
Ik raakte geïnspireerd door eerder Amerikaans onderzoek naar atheïsten. Daaruit bleek dat veel mensen atheïsten zagen als immoreel en onbetrouwbaar. Nu toont onderzoek aan dat religie en wetenschap moeilijk te verenigen zijn. Zo zijn mensen die wetenschappelijke bevindingen -zoals evolutie- accepteren, meestal niet religieus en andersom. Met dit in mijn achterhoofd vroeg ik me af me af of wetenschappers, net als atheïsten, als slechte mensen worden gezien. Om hier achter te komen hebben we 2328 Amerikaanse deelnemers ondervraagd.

En? Zien mensen wetenschappers inderdaad als slecht?
Niet per se als slecht, maar er is wel een associatie met immoreel gedrag. Mensen zien wetenschappers als een volk dat nieuwsgierigheid en kennis belangrijker vindt dan doen wat juist is. Ze zouden emotieloos, kil en robotachtig zijn. Wetenschappers werden in mijn onderzoek geassocieerd met een specifieke schending van moraliteit, namelijk die van natuurlijkheid en reinheid. Ze zouden onnatuurlijke interesses hebben en het niet erg vinden om te rommelen met iets puurs. Er heerst een idee dat wetenschappers voor God willen spelen.

Waar komt dat idee vandaan?
Mensen zien wetenschap simpelweg als onnatuurlijk. Denk bijvoorbeeld aan stamcelonderzoek of nano-technologie. Rommelen met het ‘heilige’, dat is het beeld dat mensen hebben van de wetenschap. Dat vertaalt zich natuurlijk naar de wetenschapper. Als mensen tot zulk gedrag in staat zijn, zullen zij ook wel onnatuurlijk en immoreel zijn. Ik kan me er wel iets bij voorstellen.

Wat was de grootste uitdaging van uw onderzoek?
Om bij mensen hun intuïtieve associaties los te peuteren moesten we heel subtiel te werk gaan. Dit hebben we onder andere gedaan met behulp van scenario’s. Onze participanten kregen een verhaaltje te lezen over iemand die extreem immoreel gedrag vertoont. Hij heeft bijvoorbeeld seks met een dode kip of doet aan kannibalisme. Vervolgens hadden de deelnemers een keuze: hij houdt van sport, of hij houdt van sport én is een wetenschapper. De kans dat iemand zowel een sportfan als een wetenschapper is, is natuurlijk een stuk onwaarschijnlijker dan de eerste optie. Toch gingen mensen vaker voor de tweede optie als het verhaaltje met hun idee van wetenschappers overeen kwam. Zo konden we indirect en subtiel de associaties meten.

Bent u verbaasd over de associatie?
Als wetenschapper was de uitkomst natuurlijk wel even slikken! Bovendien waren de meeste van onze deelnemers jong, links en hoogopgeleid. Dan verwacht je al snel een wat positiever beeld. Maar echt verbaasd ben ik toch niet. In de media worden wetenschappers afgebeeld als mad scientist met een klassieke labjas en ontploft haar, in de weer met reageerbuisjes. Denk bijvoorbeeld aan Frankenstein, Dr. Strangelove of Dexter’s Laboratory. Zelfs nieuwssites plaatsen vaak een stereotype foto bij wetenschapsnieuws. Daarmee is de associatie met onnatuurlijk en immoreel onderzoek snel gemaakt. Mij lijkt het interessant om dit onderzoek onder wetenschappers zelf uit te voeren. Dat zal ongetwijfeld zorgen voor een totaal ander resultaat.

15 - 04 - 2016 |
Stephanie Esajas