In 1804 besloot de Nederlandse overheid een nationale spelling in te voeren. Dr. Gijsbert Rutten, taalkundige aan de Universiteit Leiden, en zijn team spitten in archieven om erachter te komen wat voor effect die nationale spelling had op de samenleving.
De Nederlandse spelling verandert nog steeds: de laatste grote wijziging was in 2006. Wat is de aanleiding geweest om de spelling van 1804 te onderzoeken?
In die periode kreeg Nederland een officieel taalbeleid en was daarmee internationaal gezien erg vroeg. Je moet je voorstellen dat er ineens een overheid is die zich echt bemoeit met de taal. Het taalbeleid was erg revolutionair voor die tijd. Verbazingwekkend genoeg is er in beperkte mate onderzoek naar gedaan.
Kortom: die nationale spelling en zijn effect op de samenleving verdienen meer aandacht. Is er nog een andere verklaring voor dit onderwerp?
We hebben in Leiden hiervoor een ander project gehad: ‘Brieven als buit’. Het onderzoeksmateriaal daarvan kwam uit 1780. Dan ga je je als onderzoeker afvragen wat er daarna gebeurde.
Het onderzoek valt uiteen in drie projecten. Bob Shoemaker kijkt naar het onderwijs, Andreas Krogull onderzoekt het taalgebruik uit de latere achttiende eeuw en u bestudeert zelf de ideologische achtergrond van de spelling. Wat is de reden voor de toespitsing op het onderwijs?
In diezelfde periode legt het ministerie naast een nationale spelling ook allerlei onderwijswetten op. Het hele land wordt opgedeeld in districten en inspecteurs controleren de scholen. De verwachting is dat de schoolinspecteurs boven op de regels van het taalbeleid zaten.
De verbinding tussen de nationale spelling en het onderwijs bestaat dus. Ziet u dit ook terug in de resultaten?
Bob Shoemaker reist momenteel nog stad en land af. Hij heeft nog geen definitieve resultaten, maar het blijkt wel dat de inspecteurs een andere focus hadden. De belangstelling gaat in de rapporten weliswaar uit naar de taal, maar het is sterker gericht op andere dingen zoals de staat van het gebouw. Dat is een vreemd resultaat tegen de achtergrond van het perspectief van een sterke ideologie. Bovendien is het opvallend als je het vergelijkt met het taalgebruik, waar wel een snelle omslag te zien is.
Wat vindt u persoonlijk van dit onderzoek?
Ik geloof oprecht dat het heel vernieuwend is. Dit komt voornamelijk door het promotieproject van Bob. Er wordt vaak impliciet aangenomen dat het onderwijsbeleid van belang is geweest bij het vormen van een nationale taal. Het werkelijk doorspitten van de onderwijsarchieven is niet eerder gebeurd.