carrousel
Hersenen blijken vergevingsgezind

Wat gebeurt er in de hersenen van kinderen die worden buitengesloten? De Leidse onderzoeker Geert-Jan Will  bestudeert in het Brain and Development Lab het effect van sociale relaties op onze hersenen. Veel pestgedrag is niet fysiek maar indirect. Kinderen die op jonge leeftijd al veel gepest worden, kampen vaak op latere leeftijd met problemen zoals depressie, angststoornissen of agressief gedrag.

Wat houdt het onderzoek precies in?

Er worden scans gemaakt van de hersenen om te kijken wat er gebeurt wanneer iemand wordt buitengesloten. Eerder is gevonden dat mensen wanneer ze worden buitengesloten in de scanner negatieve gevoelens rapporteren (boosheid en verdriet) en dat zulke gevoelens samenhangen met activatie in hersengebieden die belangrijk zijn voor het verwerken van negatieve emoties en zelfs fysieke pijn. Uit ons onderzoek is gebleken dat, hoewel mensen doorgaans wraak willen nemen op de buitensluiters, ze ook bereid zijn over hun negatieve gevoelens heen te stappen en de ander te vergeven. Vergeving van de buitensluiters ging gepaard met activatie van bepaalde hersengebieden die belangrijk zijn om je te kunnen inleven in een ander en om je te gedrag te controleren.

Photo Geert-Jan WillWaarom is dit onderzoek een aanvulling op eerdere onderzoeken naar sociale uitsluiting?

We proberen kennis uit recente onderzoeken te koppelen aan nieuwe kennis op het gebied van de ontwikkeling van de hersenen. Het onderzoek waarbij MRI-scans worden gemaakt van kinderen terwijl zij een taak doen, is relatief jong. De hersenen ontwikkelen zich nog veel langer dan men dertig jaar geleden dacht. Hersenen zijn bij kinderen van tien even groot als volwassen hersenen. Hierdoor dacht men dat de ontwikkeling ook stopte. Niets is minder waar: tussen het tiende en dertigste levensjaar worden er allerlei verbindingen aangelegd in de hersenen. Het bijzondere is dat niet ieder deel van de hersenen op een zelfde leeftijd is “uitgerijpt”. Ieder deel heeft specifieke functies en wordt op een verschillende leeftijd als het ware “volwassen”.

Hoe hangt ontwikkeling van de hersenen samen met pesten?

Bepaalde gebieden in de hersenen zijn belangrijk voor het verwerken en genereren van negatieve gevoelens. Andere gebieden zijn belangrijk om deze nare gevoelens te reguleren, oftewel ze onder controle te krijgen of  “een plekje te geven”. Deze gebieden bevinden zich vooral voorin de hersenen (de prefrontale cortex). Juist de prefrontale cortex ontwikkelt zich nog heel lang door.

Kunnen bevindingen uit het onderzoek al worden toegepast?

Het is een nieuw soort onderzoek, dus nog niet alle vragen zijn beantwoord. Om bepaalde dingen toe te passen in een klas is het wellicht nog te vroeg. Wel zijn er aanknopingspunten gevonden die gebruikt kunnen worden. Vroeger werd vooral onderzocht wat een pester een pester maakte en een slachtoffer een slachtoffer. Daar is heel veel over bekend en daar zijn interventies op gemaakt. Helaas hadden interventies die als doel hadden om pesters en slachtoffers sociale vaardigheden aan te leren niet altijd de gehoopte effecten. Tegenwoordig wordt er veel onderzoek gedaan waarbij pesten wordt gezien als een groepsproces. Dus niet alleen een pester en slachtoffer, maar ook de andere kinderen in een pestsituatie zijn belangrijk. Kinderen worden nu in interventies meer aangespoord om gezamenlijk in te grijpen als iemand gepest wordt. Wij hebben recent laten zien dat het vermogen om je te verplaatsen in een slachtoffer van uitsluiting heel belangrijk is om een slachtoffer te helpen. De resultaten van onze experimenten kunnen weer gebruikt worden door de onderzoekers die bezig zijn met interventies in klassen. Er kunnen bijvoorbeeld trainingen gegeven worden die er op gericht zijn je te verplaatsen in je klasgenoten.

Waar ben je momenteel mee bezig?

Samen met een groep onderzoekers van de VU volgen we kinderen van groep drie tot en met acht en kijken we naar hun sociale ontwikkeling. Dat proberen we te relateren aan hoe ze nu zijn en wat er in hun hersenen gebeurt op het moment dat zij sociale keuzes maken. Momenteel zijn we bezig om de verzamelde data te analyseren, dus over de uitkomsten kan nog weinig worden gezegd.

Is er nog bepaald onderzoek wat u graag zou willen doen in de toekomst?

Ik zou graag nog meer onderzoek doen naar inlevingsvermogen. Om zo bijvoorbeeld compassie in mensen te kunnen vergroten. Ook ben ik geïnteresseerd naar hoe verhoudingen binnen een klas zich verhouden tot wat er in de hersenen gebeurt. De eerste stappen in dat onderzoek zijn al gezet.

11 - 04 - 2014 |
fleurcusell