Sommige kinderen zijn urenlang zoet te houden met een legpuzzel, terwijl andere liever de hele dag schietspellen spelen. Genetische aanleg zou een van de oorzaken kunnen zijn, blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd door de Amsterdam School of Communication Research (ASCoR). De resultaten verschenen in het februarinummer van het Journal of Communication.
Uit het onderzoek blijkt dat er een relatie bestaat tussen een specifieke variant van een gen (5-HTTLPR) en het bovenmatig kijken van gewelddadige televisie of het spelen van bijvoorbeeld schietspellen. Het gen is bij iedereen al bij de geboorte aanwezig. Wel hebben niet alle mensen dezelfde variant.
Check
Bij ruim 1600 kinderen werd DNA afgenomen. Deze kinderen namen deel aan een project waarbij er een groep wordt samengesteld om over een langere periode onderzoek mee te doen. Na geboorte werd gekeken welke variant van het gen het kind had.
Verband
De ouders rapporteerden vervolgens over de mate waarin hun kinderen, in leeftijd verschillend van vijf tot negen jaar, naar gewelddadige tv keken en gewelddadige videogames speelden. De onderzoekers konden vervolgens een verband leggen tussen een specifieke variant van het gen en gewelddadig mediagebruik. Kinderen met het bewuste gen keken gemiddeld iets meer naar gewelddadige televisie. Ook speelden ze gemiddeld iets meer gewelddadige games dan kinderen die niet die specifieke variant van het gen hadden.
ADHD
In eerder onderzoek was het gen al geassocieerd met ADHD-achtig gedrag. De onderzoekers konden ook een subtiel verband leggen tussen de mate waarin kinderen gewelddadige media gebruikten en dat ADHD kenmerkende gedrag. Sanne Nikkelen, een van de onderzoekers: “Het is belangrijk om de relatie tussen mediagebruik en ADHD-achtige gedragingen te bestuderen. Kinderen met zulk gedrag ondervinden vaker moeilijkheden met leeftijdsgenoten en op school.” Meer onderzoek zou kunnen helpen bij het beperken of voorkomen van het bewuste gedrag.