etalage
Strelen helpt als hersens ledematen niet herkennen

Patiënten van wie de hersenen door een afwijking bepaalde ledematen niet meer accepteren, zijn gebaat bij een behandeling met tedere aanrakingen. Haike van Stralen, neuropsychologisch onderzoekster aan de Universiteit Utrecht, kwam hier achter tijdens het zogenaamde ‘rubberen hand illusie’-experiment.

Bij dit experiment wordt de proefpersoon in een opstelling gezet waarbij het lijkt alsof een rubberen hand deel uitmaakt van het lichaam. Van Stralen kwam er achter dat de acceptatie van de hand bij gezonde proefpersonen het grootste was bij een tedere aanraking en streling. ‘Een niet geringe implicatie voor patiënten met een bewustzijnsstoornis’, aldus de onderzoekster.

Raar fenomeen

Net als bij het rubberen hand experiment accepteren mensen met deze bewustzijnsstoornis een bepaald lichaamsdeel niet. ‘Dit is een raar fenomeen,’ vertelt Bert Steenbergen, hoogleraar aan het Behavioral Science Institute in Nijmegen. ‘Mensen met deze aandoening zien en voelen hun ledemaat wel, maar de hersenen accepteren deze niet als deel van het lichaam. Het is alsof je achter je laptop zit en je ziet je hand, maar beschouwt deze als van een ander persoon.’

Volgens Steenbergen is het goed mogelijk dat streling tot een beter bewustzijn leidt bij deze stoornis. Hij werkte zelf ook met het rubberen hand experiment. ‘Het lukt niet altijd. Je moet als proefpersoon wel echt geloven dat die rubberen hand bij jou hoort. Wij strelen proefpersonen vaak ook eerst met kwastjes als we ze de rubberen hand willen laten accepteren. Het is ook mijn ervaring dat dit het beste werkt.’

Fundamenten

Volgens de hoogleraar kan de uitkomst van Van Stralens onderzoek zorgen voor meer mogelijkheden in de behandeling. ‘Je begrijpt meer van de fundamenten. In de behandeling kun je hiermee gaan spelen.’ Onderzoekster Van Stralen is voorzichtig, maar denkt dat patiënten hier hun voordeel mee kunnen doen: ‘Het is goed mogelijk dat patiënten met deze stoornis geholpen zijn bij affectieve aanraking.’

20 - 03 - 2014 |
Tobias van der Valk