carrousel
“We willen patiënten een alternatief kunnen bieden”

Doxorubicine is al dertig jaar een van de belangrijkste middelen voor chemo-therapie, maar kent ook bijwerkingen. Wereldwijd worden er meer dan 1 miljoen kankerpatiënten mee behandeld. Een onderzoek van het Antoni van Leeuwenhoek in Amsterdam (Nature Communications, 28 mei) laat zien dat het middel meer doet dan men al die jaren dacht. Celbioloog prof. dr. Jacques Neefjes gaf leiding aan het onderzoek.

Wat is het belangrijkste resultaat van dit onderzoek?

We laten zien dat een veel en breed gebruikt kankermedicijn, doxorubicine, iets anders doet dan men wist. Dat is erg belangrijk, want daardoor kunnen we begrijpen waarom het soms wel en soms niet werkt bij patiënten. Je wilt het medicijn het liefst alleen geven aan mensen die er op reageren, want er zitten ernstige bijwerkingen aan.

Wat is precies het effect van doxorubicine?

Er werd altijd gedacht dat het medicijn zorgde voor breuken in het DNA, waardoor de kankercel doodgaat. Nu hebben we samen met oncologen van het VUMC proeven gedaan met kankers uit leukemiepatiënten, en gekeken wat er nu gebeurt als we patiënten behandelen met deze stof. Zo hebben we aangetoond dat het middel ook een heel ander mechanisme heeft. Het verandert namelijk de verpakking van het DNA in een cel, het chromatine. De verpakking is een heel stabiel iets, die zorgt er bijvoorbeeld voor dat een oogcel een oogcel blijft en geen neuscel wordt. Een kankercel weet hier niet goed mee om te gaan, en die gaat dus dood. Dat mechanisme heeft nog nooit iemand waargenomen.

Wat voor bijwerkingen zitten er aan dit medicijn?

De belangrijkste is cardiotoxiciteit, oftewel hartfalen. Dit kan zelfs dodelijk zijn. Een ander bijeffect, waar niet vaak over gesproken wordt, is het ontstaan van secundaire tumoren. Dat zijn tumoren die ontstaan door de behandeling. Dan ben je genezen van de oorspronkelijke tumor, maar dan krijg je er andere tumoren voor terug.

Wat is hiertegen te doen?

Het belangrijkste is dat we de patiënten bij wie doxorubicine niet het juiste effect heeft een alternatief kunnen bieden. Als je kijkt naar bijvoorbeeld AML en ALL patiënten (leukemie), daarvan sterft 30 procent omdat de behandeling niet werkt. Wij hebben nu een variantstof gevonden die wel het nieuwe effect heeft, maar niet het oude effect, en die ook werkt bij kankers die niet zo erg gevoelig zijn voor doxorubicine. Daar staan we nu, dat weten we, en nu zijn we bezig om voldoende stoffen te krijgen, zodat we proeven kunnen gaan doen met echte patiënten.

Hoeveel mensen in Nederland hebben baat bij dit onderzoek?

Ik noemde net al het voorbeeld van AML en ALL. Dan spreek je over 300 à 400 patiënten per jaar die significante effecten krijgen van die nieuwe behandeling. Dan ga je uit van het ideale scenario, het kan ook de helft zijn. Als je  spreekt over patiënten met secundaire tumoren, dan kom je op zo’n 500 mensen. Ik denk alles bij elkaar gerekend zo’n duizend patiënten per jaar, dus drie per dag.

31 - 05 - 2013 |
Frank Henkus