‘Liever dat een robot mijn billen wast, dan een verpleegster’

22 - 05 - 2012 ► 08:40



Nu doen de robots mee aan een voetbaltoernooi, maar in de toekomst zouden ze misschien wel mensenlevens kunnen redden.  Onderzoekers van UvA en TU Delft namen eind april met hun eigen robotvoetbalteam deel aan de RoboCup Dutch Open. Kijk op Kennis sprak met een van de robotcoaches. “Iedereen zal straks thuis een robot hebben die bijvoorbeeld de hond eten kan geven.”

Met 3-2 verliezen van de Italianen in de finale is een tegenvaller, maar het gaat niet alleen om winnen en voetbal, vertelt Duncan ten Velthuis (26) – student Kunstmatige Intelligentie aan UvA en coördinator van het voetbalteam. “Uiteindelijk gaat het erom de nao robots te ontwikkelen voor allerlei andere taken,” legt hij uit. De voetballende nao robots die de onderzoekers werden in eerste instantie gemaakt om huishoudelijk werk te verrichten. Sinds enkele jaren worden er ook potjes voetbal mee gespeeld. Nao kan met behulp van twee camera’s zien, hij reageert op aanraking en kan communiceren met andere nao robots.

Ten Velthuis: “De robots moeten volledig zelfstandig redeneren en zien het veld alleen vanuit hun eigen positie. Ze beslissen zelf wat de volgende handeling gaat zijn. Ze moeten samenwerken om te kunnen scoren.” Het Dutch Nao Team (de onderzoekers van UvA en TU Delft) kijkt dan vanaf de zijlijn toe om te zien of de software goed werkt. Wie het toernooi wint, mag concluderen de beste software te hebben ontwikkeld. “Dit jaar lijken de regels nog meer op die van de Fifa, waardoor weer nieuwe oplossingen moesten worden bedacht. We komen steeds dichter bij het echte voetbal.”

Hoger doel


Wie nu naar een potje robotvoetbal kijkt, zal het misschien wat traag vinden. “Een halve finale Champions League ziet er veel leuker uit”, lacht Ten Velthuis, “maar toch kan robotvoetbal heel spannend zijn. Ik heb nog nooit met zo veel spanning gekeken naar een penaltyreeks zoals die we laatst hadden.” “Robotvoetbal dient een ander doel: om de ontwikkeling binnen robotica voort te stuwen.”
Een van de doelen van het toernooi is dan ook om onderzoek en de ontwikkelde software van verschillende teams over heel de wereld met elkaar te vergelijken. “Wij zijn een nieuw team en moeten nog veel leren van bestaande teams. Een paar weken terug waren we met ons team in Iran met zes andere teams. Zo konden we elkaar laten zien wat we hebben ontwikkeld. We delen met elkaar ook codes voor programmering.”

De zogeheten algoritmes die onderzoekers ontwikkelen zijn ook bruikbaar voor andere systemen waarin robots moeten samenwerken, zoals schoonmaakrobots die elkaar niet in de weg mogen zitten, of robots die na een aardbeving op zoek gaan naar overlevenden. Ten Velthuis: “In Fukushima was de robot heel handig geweest. Iedereen zal straks thuis een robot hebben die bijvoorbeeld de hond eten kan geven of een handje kan helpen in het huishouden. Natuurlijk is het de vraag of we dat wel willen. Door de vergrijzing denk ik dat we het zelfs wel nodig gaan hebben. Natuurlijk kan een robot nooit volledig de menselijke interactie overnemen. Maar als ik zelf in een mensonterende situatie zou zitten in een bejaardentehuis, zou ik liever hebben dat een robot mijn billen wast, dan een verpleegster.”

Human Interface


De onderzoekers van het Dutch Nao Team hebben tijdens de RoboCup ook hun project Human Interface kunnen delen met andere teams. Dit project staat los van het robotvoetbal. Hiermee kan iemand direct op afstand de robot besturen. In deze nieuwe software koppelden ze Kinect aan nao robots. Kinect kennen we van verschillende games, waarbij je zelf als het ware de controller bent en Kinect reageert op elke beweging die je maakt. “De robot is voorzien van een Virtual Reality-bril. Zo zie je met een speciale bril wat de robot ziet. We hebben gebruik gemaakt van bestaande technieken en deze samengevoegd.”
De software die nu is ontwikkeld, is nog niet nauwkeurig genoeg, zegt Ten Velthuis. “In de toekomst zie ik veel mogelijkheden. Maar nu is het vooral nog gewoon leuk speelgoed.”

Eline Boshuizen



Een reactie op “‘Liever dat een robot mijn billen wast, dan een verpleegster’”

  1. Rolf says:

    Boeiend verhaal! ‘t Is de vraag wanneer de mens robots ook daadwerkelijk gaat vertrouwen, dan is er vast nog een stuk meer mogelijk.

artikelen van Eline Boshuizen:
Spelen met de duurzame toekomst
‘Liever dat een robot mijn billen wast, dan een verpleegster’
Van vastenheilige tot anorexiapatiënt