Goed nieuws voor iedereen die bezig is een vreemde taal te leren. Ook als je even stopt, raak je de opgedane kennis niet zomaar kwijt. Dat stellen Amerikaanse wetenschappers. Daarbij blijkt de manier waarop je de taal leert, niet echt van belang te zijn.

Wetenschappers onderzochten het effect van de tijd waarin je niet wordt blootgesteld aan een nieuwe taal op het herkennen van de woordvolgorde die typisch is voor die taal. Daarbij keken ze ook naar de manier waarop je de taal had geleerd: in klassikaal verband of door ‘onderdompeling’ (immersie).

De onderzoekers van de universiteiten van Georgetown en Illinois gebruikten voor hun studie een verzonnen taal. De taal was redelijk makkelijk te leren, maar bevatte ook lastigere grammatica die op die van Romaanse talen lijkt.

Hersenactiviteit

Voor de proef werd een kleine groep volwassenen in tweeën gesplitst: de ene helft leerde de taal in klassikaal verband, de andere helft zonder strenge regels. Na het bestuderen van de verzonnen taal kregen de proefpersonen grammaticaal goede en foute zinnen te horen. Tijdens het beoordelen hiervan werd hun hersenactiviteit gemeten.

Daaruit bleek dat beide groepen even goed scoorden. Zelfs na vijf maanden waarin de personen niets te maken hadden met de geleerde taal, zat diezelfde manier van beoordelen er nog in. Het was wel zo dat de deelnemers uit de immersiegroep, de taal meer verwerkten zoals native speakers dat doen.

Verschillende taalleerders

Of dit uiteindelijk voor iedereen geldt die een taal leert, is nog maar de vraag. “De variatie onder taalleerders is heel groot, zeker als het gaat om kennis van begrippen en definities en het leggen van verbanden”, zegt Anne Vermeer, taalwetenschapper aan de Universiteit van Tilburg en gespecialiseerd in tweedetaalverwerving. “Ook omdat er geen verschillen in prestaties zijn gevonden, word ik hier vooralsnog niet echt warm van.”