Potjesvoeding voor baby’s blijkt minder dan een vijfde van de aanbevolen hoeveelheid mineralen te bevatten. Onderzoekers van de universiteit van Greenwich ontdekten dit bij een steekproef van Engelse potjesmaaltijden. Zij pleiten voor strenger toezicht. Of ook Nederlandse babyvoeding mineralen mist, is onzeker.

In het onderzoek werden acht potjesmaaltijden geanalyseerd, vier met vlees en vier met groente. Hieruit bleek dat alle potjes minder dan twintig procent van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calcium, magnesium, koper en selenium bevatten. De groentemaaltijden bevatten slechts zeven procent van de benodigde zink en zes procent ijzer, de vleesmaaltijden bleken zelfs maar drie procent van de benodigde calcium te bevatten.

Voedingsstoffen te kort

De resultaten houden niet direct een gezondheidsrisico in voor baby’s, zegt onderzoeksleider dr. Nazanin Zand. “Maar verder onderzoek naar de voedingsinname van kinderen in het Verenigd Koninkrijk is wel noodzakelijk. En we moeten bewustwording creëren hierover.” Kinderen die deze potjes krijgen als aanvulling op 600 ml. opvolgmelk, kunnen hierdor essentiële voedingsstoffen te kort komen. “Dit is misschien de reden dat producenten de voedingswaarde van mineralen niet altijd volledig vermelden,” aldus Zand.

Welke merken zijn onderzocht, heeft de universiteit niet bekend gemaakt. Zand: “Het zijn de vier meest populaire merken uit Groot-Britannië, geselecteerd op basis van hun populariteit en de overeenkomst tussen de merken. Wanneer producenten daarom vragen, zijn wij meer dan bereid om de resultaten met hen te delen.”

Nederlandse potjes

In Nederland wordt ook veel potjesvoeding verkocht. Maar volgens woordvoerder Patricia Schutte van het Voedingscentrum zijn er geen aanwijzingen voor tekorten in de Nederlandse babyvoeding. “Hiervoor is Nederlandse en Europese wetgeving, en daaraan voldoen de hier verkochte potjes. Deze worden daarnaast nog gecontroleerd door de Warenwet”, legt Schutte uit. De Britse potjes uit het onderzoek zouden echter ook aan deze Europese regels moeten voldoen. De Engelse onderzoekster ziet daarom wel de noodzaak voor betere regelgeving en strenger toezicht. Om iets over de Nederlandse potjes te zeggen, is lastig: “We weten er niets over, tot ook deze potjes zijn onderzocht. Maar wij zijn altijd bereid om onafhankelijk onderzoek te doen!”, voegt Zand toe.

Gevarieerd dieet

Het advies dat het Voedingscentrum aan jonge ouders geeft, blijft daarom voorlopig onveranderd. Schutte: “Vanaf zes maanden adviseren wij bijvoeding te geven, naast de borstvoeding. Eigen bereiding heeft daarbij de voorkeur, zodat het kind ook kan wennen aan de manier van koken van de ouders.” Onderzoekster Zand benadrukt dat melk de hoofdvoeding moet zijn, en dat potjes enkel dienen als aanvulling, niet als vervanging. Bij het kiezen van een potje moeten ouders goed letten op de voedingswaarde op het etiket. En op de variatie. Zand: “Ook het geven van eten met verschillende smaken en texturen, passend bij de leeftijd van het kind, is gunstig. Een gevarieerd dieet zorgt ervoor dat kinderen alsnog de juiste hoeveelheid voedingstoffen binnen krijgen.”